The inseparable nature of love and aggression. Clinical and theoretical perspectives
De psychiatrie heeft nog weinig respect voor de psychoanalyse. Het ligt niet aan Kernberg. Zijn psychoanalyse is salonfähig: duidelijke diagnostiek, behandelprotocollen, behandeling met rct -certificaat (goedgekeurd in gerandomiseerde gecontroleerde trial) en binnen economisch competitieve tijdslimieten uitgevoerd. Kernbergs transference focused psychotherapy ( tfb ) is daarmee de evenknie van de cognitieve gedragstherapie – en in sommige opzichten uiteraard superieur daaraan.
Kernberg gaat overigens in dialoog met de gedragstherapie. Hij bespreekt de recente ontwikkelingen ervan, bijvoorbeeld de rol die ze aan mindfulness toekent. Hij legt uit waarin psychoanalyse en gedragstherapie nu meer op elkaar lijken en waarin ze nog verschillen. Kernberg gaat ook de dialoog aan met die andere poging van de psychoanalyse tot eigentijdse erkenning: Fonagy’s mindfulness-based therapy ( mbt ). En ten slotte bespreekt Kernberg de neurowetenschappen en hoe die de psychoanalytische inzichten kunnen oriënteren en corrigeren. Kernbergs strategie contrasteert met de in het Avondland meer gebruikelijke, hooghartige kritiek op het tellende pseudoweten van de hedendaagse, alleen Erklärende , en niet Verstehende hersenpsychiatrie.
Al met zijn beroemde Borderline conditions and pathological narcissism uit 1975 zocht Kernberg naar een dialoog met de psychiatrie en naar een stevige plaats voor de psychoanalyse erin. Kernberg noemde het splitsingsmechanisme (Klein) het pathognomonische teken van de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Deze visie was en is invloedrijk en op dit klassieke werk van decennia geleden bouwt Kernberg verder in de uitwerking van zijn tfb . Hij geeft precieze criteria om behandelbare en niet behandelbare narcistische stoornissen te onderscheiden, exploreert mogelijke toepassingen in groepstherapie, omschrijft de rol van de supervisor, herformuleert zijn objectrelationele affecttheorie en scherpt zijn opvatting over de roemruchte ‘doodsdrift’ aan: een eigenzinnige maar fijnzinnige reductie tot agressie.
Kernberg ontwikkelt een nieuwe, onorthodoxe opvatting over normale rouw, naar aanleiding van het overlijden van zijn vrouw. Hij is uit eigen ervaring en op basis van analyses en interviews ervan overtuigd dat in normale rouw het object nooit losgelaten wordt. De auteur snijdt ook heikele thema’s aan zoals de verhouding psychoanalyse-universiteit, normale en abnormale seksuele liefde, religiositeit, en dissidentie binnen de psychoanalyse.
Het boek is veel meer dan een facelift van bekende ideeën en standpunten. Het is een Gesammtkunstwerk , waarin kennis en ervaring, ideeën en inzichten uit een lange carrière in een vernieuwende, blinkend-heldere synthese worden samengebracht. Deze 85-jarige is forever young . De psychiatrie is objectief verplicht werk van dié kwaliteit minstens een eerste viool te laten spelen.
De niet ‘Otto-mane’ psychoanalytici, die bij Kernberg wat poëzie missen, kunnen met dank aan Otto, oneigentijds verder genieten van Bion, Lacan en Winnicott.
Jan Cambien