Neurobiology of mental illness (3de druk)
Dit lijvige naslagwerk, dat inmiddels aan zijn derde editie toe is, brengt een overzicht van de huidige neurobiologische kennis van de verschillende psychiatrische aandoeningen. Hierbij wordt een ontzaglijke hoeveelheid aan kennis duidelijk gestructureerd weergegeven in 9 delen die samen een totaal van 87 hoofdstukken omvatten. Elk van deze hoofdstukken is geschreven door autoriteiten in het desbetreffend onderzoeksveld.
Het boek opent met een duidelijk en praktisch overzicht van de beginselen van de neurowetenschappen. Hierbij komen de neurochemische, neurocellulaire, elektrofysiologische en genetische basisprincipes aan bod. Een kort neuroanatomisch hoofdstuk over de corticale en subcorticale regio’s had hierbij wellicht niet misstaan. Vervolgens bespreekt men in het tweede deel de verschillende meetmethoden die gehanteerd worden in neurobiologisch onderzoek naar psychiatrische aandoeningen. Deze twee inleidende boekdelen zijn zeer welkom en dragen bij tot het ten volle begrijpen van de klinische toepassingen van deze onderzoekstechnieken die in de komende hoofdstukken besproken worden.
In de hieropvolgende delen komen de verschillende diagnostische categorieën aan bod, waarbij vooral psychotische stoornissen, stemmingsstoornissen, angststoornissen, middelengebonden stoornissen en dementie uitgebreid worden besproken. Aansluitend passeren de overige aandoeningen (kort) de revue. Deze delen hebben doorgaans dezelfde opbouw: eerst worden de diagnostische classificatiesystemen kritisch besproken, waarna bevindingen van genetisch, preklinisch, neurochemisch, beeldvormend en farmacotherapeutisch onderzoek aan bod komen.
In het deel over de psychotische stoornissen ligt de nadruk hoofdzakelijk op de genetische en structureel anatomische bevindingen. Echter, elektrofysiologisch en functioneel beeldvormingsonderzoek komen te beperkt aan bod en preklinisch dierexperimenteel onderzoek wordt zelfs niet besproken. Een farmacotherapeutisch hoofdstuk, waarin de huidige behandelingsmogelijkheden alsook interessante toekomstige onderzoekstrajecten worden uiteengezet, vormt een mooie afsluiting van dit deel.
Het deel over stemmingsstoornissen is zeer harmonieus samengesteld en brengt kennis samen uit de verschillende disciplines. Meer dan in andere delen bouwt dit boekdeel mooi op en spelen de verschillende hoofdstukken op elkaar in. Een klein minpunt is dat het accent ligt op majeure depressie waardoor de neurobiologische bevindingen van bipolaire stoornis amper toegelicht worden.
Ook het deel over angststoornissen biedt een mooie samenvatting van bevindingen uit preklinisch en klinisch onderzoek waarin op overzichtelijke wijze neurochemische en neuroanatomische gegevens samengebracht worden. Eerst komt de neurobiologische kennis over angst aan bod, waarna meer specifiek de angststoornissen besproken worden. In dit deel ligt weliswaar een sterk accent op dierenonderzoek en afgezien van een zeer mooi hoofdstuk over obsessieve-compulsieve stoornis worden de bevindingen meer opgesomd zonder deze echt te integreren.
Het deel over verslaving brengt vooral bevindingen vanuit moleculair, preklinisch en beeldvormend onderzoek samen en geeft de lezer een goed inzicht in de neurobiologische inzichten over verslaving, alsook de werkingsmechanismes van verschillende middelen. Een inleidend hoofdstuk over de neurobiologische kennis over het beloningssysteem had een interessante aanvulling geweest.
De literatuur over dementie wordt uitgebreid en zeer overzichtelijk weergegeven, waarbij er eerst meer in de diepte wordt ingegaan op verschillende aspecten van de ziekte van Alzheimer. Specifieke aandacht gaat ook uit naar de neurochemische en neuroanatomische correlatie van geheugen en leren. Vervolgens komen ook de andere vormen van dementie aan bod.
Het voorlaatste deel heeft een focus op de psychiatrische aandoeningen die hun aanvang kennen in de kindertijd, met een accent op de ontwikkelingsstoornissen. Zeer interessant zijn ook de hoofdstukken gewijd aan stemmingsstoornissen en psychotische stoornissen die hun aanvang kennen in de kindertijd. In het laatste deel bespreekt men kort de neurobiologische inzichten over persoonlijkheidsstoornissen, eetstoornissen, slaap en seksuele disfuncties, alsook psychiatrische en psychologische processen zoals agressie of sociale binding. Een handige en complete index vervolledigt het boek.
De hoofdstukken zijn alle mooi opgebouwd en goed geschreven en vatten de literatuur tot 2007 systematisch samen. Op enkele uitzonderingen na is elk hoofdstuk voorzien van overzichtstabellen, duidelijke figuren en/of overzichtelijke schema’s die bijdragen tot een beter inzicht in de behandelde materie. Verschillende hoofdstukken bieden echter geen samenvatting aan, wat soms toch een gemis is. Enkele onderdelen hebben een meer eenzijdige focus en behandelen niet de totaliteit van het onderzoeksdomein.
Echter, op deze enkele minpunten na, is dit boek een zeer indrukwekkend werk dat ordelijk en gedetailleerd bevindingen vanuit verschillende disciplines samenbrengt. Ondanks de omvang is het toegankelijk en vlot leesbaar. Bovendien overziet men in elk hoofdstuk een imposante hoeveelheid informatie. Door de gestructureerde opbouw is het boek als leesboek te hanteren en als naslagwerk. Dit boek blijft dan ook hét referentiewerk bij uitstek en is zeer sterk aan te bevelen voor psychiaters (in opleiding), psychologen en neurowetenschappers.
Manuel Morrens