Probleemgeoriënteerd denken in de ggz: juridische dilemma’s. Een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek
De titel van dit boek spreekt voor zichzelf. In de geestelijke gezondheidszorg krijgen hulpverleners regelmatig te maken met situaties die raken aan bepaalde juridische voorwaarden. Dat gaat dan niet alleen over dwangbehandeling in het kader van de Wet Bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz), bemoeizorg of vrijheidsbeperkende maatregelen in de behandelinstelling zelf. Immers, er zijn ook patiënten die buiten de kaders van de reguliere psychiatrie (en dus de Wet Bopz) vallen vanwege hun acute gewelddadigheid of mogelijk gevaar bij een middelenverslaving; ook patiënten in de ouderenzorg vallen buiten die kaders. Vervolgens zijn de patiënten mondig genoeg om ook zelf een eigen positie te kiezen en daarover in discussie te gaan. Het klachtrecht in het kader van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst ( wgbo ) en Wet Bopz geeft hier vervolgens weer verder vorm aan. In dit boek worden ook de dilemma’s genoemd bij anorexia nervosa, ouderen in een verzorgingstehuis, terbeschikkingstelling en een plaatsing in een justitiële jeugdinrichting. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan de Wet Bopz bij mensen met een verstandelijke handicap.
Kortom, een breed palet aan ingrijpende situaties die van de hulpverleners een duidelijke visie vereisen op wat kan en wat niet kan binnen de huidige wetgeving. Het is de grote verdienste van dit boek dat al deze situaties probleemgeoriënteerd door ervaren collega’s worden beschreven in duidelijke, overzichtelijke hoofdstukken.
In elk hoofdstuk wordt stapsgewijs het indexprobleem uitgewerkt via een anamnese en observatie naar het kerndilemma over de casus zelf. In een vraag-en-antwoordindeling worden vervolgens zowel de juridische randvoorwaarden als ook de praktische te beantwoorden vragen neergezet. Het is een verdienste van de redactie dat zij, bij zoveel verschillende auteurs en zoveel verschillende onderwerpen, dit stramien deskundig en consistent heeft weten te handhaven.
Het boek is geschikt voor de praktijk. Elk hoofdstuk laat gestructureerd zien hoe de besluitvorming verloopt. De teksten bevorderen door hun opbouw het procesgericht werken in de ggz en leveren ook een duidelijk handvat voor patiënten, hulpverleners en (tucht)rechters om per geval tot een goed doortimmerde beslissing te komen. Het boek biedt de lezer houvast bij het zoeken naar de gewenste informatie en kan hierdoor goed als naslagwerk gebruikt worden. Opvallend is dat een register ontbreekt, maar de systematische inhoudsopgave van de hoofdstukken vergoedt veel.
Dit boek is een goede bruggenbouwer tussen enerzijds de vaak onbekende juridische spelregels en de altijd veranderende hulpverlenerspraktijk. Na eerst op ieders nachtkastje te hebben gelegen, verdient het een vaste plaats op het bureau van alle hulpverleners die te maken krijgen met dit soort, vaak acute, situaties.
Hjalmar van Marle