Angst bij ouderen
In dit boek bespreekt de auteur in negen grote delen het thema angst bij ouderen. Eerst attendeert hij ons op enkele misverstanden die bestaan over angst bij ouderen. De zelfkennis wordt getoetst aan de hand van een korte quiz. De auteur benadrukt ook het belang van de (h)erkenning van angststoornissen bij ouderen, aangezien deze in sommige gevallen makkelijk behandelbaar zijn na het vaststellen ervan. Vervolgens wordt angst algemener beschouwd, vanuit evolutietheoretische overwegingen. Aansluitend komt de erfelijkheid van angststoornissen aan bod.
Het derde deel van het boek biedt de lezer een handvat bij het screenen op angst. Daarop volgt een bespreking van verschillende soorten angststoornissen en hun comorbiditeit met andere (vaak voorkomende) aandoeningen, zoals depressie. Een afzonderlijk deel van het boek is gewijd aan leeftijdsspecifieke angsten en aan angst bij ouderen die niet meer zelfstandig wonen. In het voorlaatste onderdeel van het boek komen verschillende soorten behandelingen aan bod, met al dan niet een verwijzing naar de effectiviteit ervan bij mensen op oudere leeftijd zoals gebleken uit wetenschappelijke studies. De auteur rondt af met een korte reflectie over het relatief lage percentage van ouderen met angst dat hulp zoekt.
Bij het schrijven van deze introductie over angst bij ouderen laat de auteur zich inspireren door verscheidene onderzoekers en clinici in het werkdomein van de (ouderen)psychiatrie, de psychologie en de erfelijke genetica. Daardoor krijgt de lezer een breed overzicht van allerlei relevante aspecten wat betreft angst bij ouderen. Daarmee bereikt de auteur zijn doel om recente bevindingen over angst bij ouderen te bundelen. Zoals hij zelf ook aangeeft, vormt dit boek echter geen uitputtend overzicht.
Het boek is zeer leesbaar doordat de auteur vakspecifieke termen telkens toelicht. Bovendien kunnen de verschillende hoofdstukken vaak afzonderlijk gelezen worden, afhankelijk van een specifieke vraag van een lezer. Wie dit boek doorgenomen heeft, is in staat om beter angstsymptomen te herkennen of de cliënt erop te bevragen, en is voorbereid om desgewenst verdiepende literatuur over psychologische mechanismen achter bepaalde angsten of angststoornissen te raadplegen.
Lies van Assche