Working with Aging Families. Therapeutic Solutions
for Caregivers, Spouses, & Adult children
In deze tijd van e-reading geeft dit boek weer eens het genoegen van ‘ouderwets lezen’: een prettige, gebonden uitgave, een klein formaat lekker in de hand in hand en mooi papier. Het boek leest prettig, de inhoud lijkt bijna vanzelfsprekend. Tegelijkertijd stimuleert het geschrevene de gedachten en beschouwingen. De hand van een ervaren, geëngageerde professional is voelbaar. Het boek leidt tot verdieping en inspiratie.
In het eerste deel gaat de schrijfster in op de grote veranderingen rond ouder worden. De verhoging van de gemiddelde leeftijd, de toename van het aantal ouderen, de geografische mobiliteit, verschillen in cultuur wat betreft ouder worden, echtscheidingen en hertrouwen onder oudere mensen, de veranderde invulling van het grootouderschap, andere leefpatronen en trends; dit alles heeft grote invloed. Families bestaan regelmatig uit vier generaties levende leden. Leeftijd is in toenemende mate een state of mind en een levensstijl, in plaats van een sociaal opgelegde positie.
Werken met ouderen betekent aandacht voor hun familie(systeem) en aandacht voor het medisch systeem (gezien de mogelijke somatische complicaties). Het herkennen van normale en disfunctionele familieprocessen is een onlosmakelijk onderdeel van de vakkennis. Het exploreren van veerkracht en competentie is hiermee verbonden. De auteur gaat mooi in op het thema religiositeit en spiritualiteit. Dit kan een bron van conflicten, maar ook een bron van veerkracht en verbondenheid zijn. Bij conflict moet men bewerking overwegen en bij veerkracht wordt juist actief de steun van de religieuze gemeenschap gezocht. De auteur maakt gebruik van het spirituele genogram en van een spirituele ecomap.
In het uitstekende hoofdstuk over het begrijpen van de famiedynamiek gaat veel aandacht naar het levensloopperspectief. Hierin worden de ontogenetische tijd, de familie of gênerationele tijd en de historische tijd behandeld. Verder is er veel aandacht voor het prachtige werk van Bowen (1983). ‘Cutoff’ is een sleutelbegrip in Bowens werk. Hij beschrijft hierin het proces van separatie, isolatie, terugtrekken, vluchten en ontkennen van het belang van het ouderlijk gezin. Dit proces roept angst op en daarmee risico’s voor psychiatrische symptomen. De relatie met het hechtingsperspectief mis ik wel in dit hoofdstuk.
Er volgt een hoofdstuk over partnerrelatietherapie. Zoals het gehele hoofdstuk wordt alles ondersteund met goed leesbare casuïstiek. Opmerkelijk is het ontbreken van het werk van Sue Johnson (2010) in dit hoofdstuk.
In het hoofdstuk over werken met intergenerationele issues passeert een rijkdom aan interventies vanuit het systeemtherapeutische kader. De schrijfster besteedt veel aandacht aan de volwassenen: de ‘sandwichgeneratie’ Deze generatie heeft vaak jongere kinderen en oudere ouders, hetgeen spanning en stress kan geven in relatie tot beide generaties. Bijzonder dat in de volwassenenpsychiatrie problemen vaak zo individueel worden benaderd.
Piercy geeft mooie voorbeelden hoe men op oudere leeftijd met zussen en broers en andere familieleden kan werken. In het laatste hoofdstuk is er aandacht voor de ouderen in voorzieningen voor langdurige zorg. Op heldere en ontroerende wijze beschrijft zij hoe de relaties met familie en naasten (bijvoorbeeld buren en oud-collega’s) een belangrijke rol kunnen spelen als ondersteunende omgeving in de laatste levensfase.
Ik kan u dit boek van harte aanbevelen.
J. Baars