Autisme en asperger-syndroom. De stand van zaken (Vert. van der Horst, M.)
Het boek maakt inderdaad waar wat het in de titel claimt. Baron-Cohen vult met dit boek, dat qua volume toch goed verteerbaar is, een aantal lacunes uit vorige boeken aan. Zo bespreekt hij, zoals in voorgaand werk, niet slechts één aspect van autisme en het aspergersyndroom (moeite met het herkennen van mentale toestanden van anderen) en beperkt hij zich niet tot het beschrijven van één mogelijke oorzaak (verschillen in prenatale testosteronspiegel).
Qua stijl onderscheidt dit boek zich van het voorgaande door zijn meer zakelijk taalgebruik, waardoor het in eerste instantie minder doet vermoeden vooral op het brede publiek gericht te zijn. Het leest daarentegen erg vlot en blijft op elk moment erg toegankelijk, ook voor de niet-professionele lezer.
De opbouw van elk hoofdstuk blinkt uit in systematiek en ieder hoofdstuk wordt telkens voorafgegaan door een heldere, kernachtige samenvatting. In een eerste hoofdstuk onderscheidt Baron-Cohen verschillende subgroepen binnen het spectrum, die hij uitzet op 2 dimensies, IQ en taalontwikkeling. Hij gaat verder met een hoofdstuk over de toename van de prevalentie van autisme over de jaren heen, en verwijst telkens kort naar het gedachtegoed van enkele pioniers binnen het vakgebied. Hij sluit het hoofdstuk af met zijn visie op het spectrum als ‘condities’ in plaats van stoornissen, waarmee hij de nadruk legt op de niet-sociale, en meteen ook sterke, kanten van mensen die aan de diagnostische criteria voldoen.
In een derde hoofdstuk bespreekt hij een screeningsinstrument van eigen makelij waarmee op een vlotte manier nagegaan kan worden of er reden is voor uitgebreider diagnostisch onderzoek. Het instrument is in bijlage opgenomen, en bevat ook meteen de scoringsinstructies. Dat het instrument al ingang heeft gevonden bij het brede publiek hebben we ook al in de dagelijkse praktijk mogen ondervinden. De auteur waarschuwt terecht voor oneigenlijk gebruik van het instrument en benadrukt meermaals dat de diagnose door een team professionals gesteld dient te worden.
In het daaropvolgende hoofdstuk wordt bevattelijk beschreven hoe zo’n onderzoek er doorgaans uitziet. De auteur verwijst hierbij naar betrouwbare adressen en websites voor wie op zoek is naar een centrum waar men de diagnose kan stellen in eigen regio. Ondanks de ruimere bekendheid van condities binnen het spectrum in de samenleving legt Baron-Cohen lacunes bloot van een maatschappij, waar er nog onvoldoende flexibiliteit bestaat om de integratie van deze mensen in bestaande systemen te vergemakkelijken, zoals het universiteitssysteem. Hij doet hiermee recht aan de vele inspanningen die ouders nog steeds leveren om de ontwikkeling van hun kind te optimaliseren, maar de daarbij gepresenteerde ‘horrorverhalen’ lijken me daarbij overbodig. Deze vormen ook een stijlbreuk met de rest van het boek.
Tot hiertoe brengt het boek weinig nieuws voor professionals. Interessanter zijn de daaropvolgende hoofdstukken waarin de auteur de lezer laat kennismaken met algemeen aanvaarde denklijnen over de psychologie en biologie van de aandoening, waarbij hij al te technisch jargon achterwege laat. Heel wat aandacht schenkt hij aan de eigen theorie over empathiseren-systematiseren, die hij presenteert als een integraal psychologisch model waarbinnen verschillende condities binnen het spectrum samengebracht kunnen worden. Hij sluit deze hoofdstukken dan ook af met een erg uitgebreid en handig overzicht van autistische gedragskenmerken die al dan niet door de beschreven theorieën verklaard kunnen worden.
De auteur eindigt met een overzicht van interventies. In tegenstelling tot de vorige hoofdstukken krijg je hier als lezer niet helemaal wat je verlangt. Hij verwijst wel naar de site van het Autism Research Centre voor een opsomming en kritische bespreking van tot hiertoe gepresenteerde behandelmethoden, maar stelt de professionele hulpverlener teleur door de psychotherapeutische invalshoek volledig links te laten liggen. Dit terwijl in een aantal goed onderbouwde onderzoeken reeds de positieve effecten van gedragstherapeutische interventies op comorbide problemen aangetoond konden worden. Een hoge graad van comorbiditeit is evenwel een bedroevende realiteit die overigens ook in de andere hoofdstukken onaangeroerd blijft.
Dit boek voorziet in een erg toegankelijke, brede inleiding in het autismespectrum. Zeker ook de moeite waard voor de professionele hulpverlener die in een oogopslag up-to-date wil blijven wat betreft de best houdbare feiten over psychologische aspecten en genetica van deze condities. Wie hetzelfde wil voor de psychosociale benadering, kan het beste andere bronnen raadplegen. Zij die aansluiting zoeken bij de ervaring van mensen binnen het spectrum, zullen meer soelaas vinden in het voorgaande werk van deze auteur.
S. Neven