Theraplay. Gehechtheid tussen ouders en kinderen verstevigen door spel
‘Theraplay’ is een therapeutische behandelmethode om de ouder-kindrelatie te verstevigen. Door middel van spel wordt een relatieversterkende sfeer gecreëerd met als doel de gehechtheid tussen ouder en kind te stimuleren, de zelfregulering van het kind te verbeteren en het onderlinge vertrouwen te vergroten. De methodiek is een klinische toepassing van de hechtingstheorie van Bowlby en is voornamelijk ontwikkeld voor kinderen die problemen ervaren in hechtingsrelaties.
Het boek is geschreven door de oprichters van het Theraplay Institute in Chicago en is in de eerste plaats bedoeld voor hulpverleners die werkzaam zijn met kinderen en hun ouders.
Het werk bestaat uit twee grote delen. Het eerste deel bevat drie theoretische hoofdstukken waarin de auteurs het therapeutisch proces beschrijven, het onderliggend therapeutisch model presenteren en ten slotte een stand-vanzaken geven van het effectiviteitsonderzoek. De gehechtheidstheorie is het uitgangspunt om de centrale concepten te verduidelijken, maar het geheel is goed verteerbaar doordat men voortdurend linken legt met de herkenbare vroege moeder- babyrelatie en veelvuldig casusmateriaal gebruikt. In hoofdstuk 3 worden onderzoeksresultaten gepresenteerd: buiten één kleine studie werd er nog geen gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek uitgevoerd. De beschreven studies zijn beperkt, maar wel positief. Verder onderzoek is nodig om de methodiek meer wetenschappelijke onderbouw te geven.
Het tweede deel van het boek is aangenaam om te lezen. De lezer krijgt een concreet beeld van Theraplay, doordat diverse aspecten van de therapie (inrichting van de ruimte, wie is aanwezig, timing, rolverdeling, diagnostiek en planning) worden toegelicht. Ook krijgt de lezer inzicht in de speelse, subtiele opdrachten die de therapievorm geeft. Achterin het boek is hiervan een lijst terug te vinden. Hoofdstuk 5 en 6 gaan respectievelijk dieper in op het werken met het kind en het werken met de ouders en bieden handvatten om de therapie af te stemmen op het persoonlijke proces van de betrokkenen.
Algemeen is het boek inhoudelijk boeiend, maar matig gestructureerd. De inhoudsopgave is erg summier en de tekst op de achterflap is wat overenthousiast geschreven, maar deze biedt weinig praktische informatie. Het werk zelf is vlot leesbaar en de toon van het boek is optimistisch. Hoewel men algemeen aanneemt dat gehechtheidsstijl min of meer stabiel blijft, zijn er ook aanwijzingen dat veranderingen mogelijk zijn. Dit boek presenteert een therapie die deze mogelijkheid op een heel concrete manier via kleine spelletjes en doe-opdrachten aangrijpt en biedt hiermee een bron van inspiratie voor al wie werkt met de ouder-kindrelatie.
L. Depestele