Change in Psychotherapy. A Unifying Paradigm
Na een succesvolle psychotherapie zullen patiënten zich meestal twee soorten gebeurtenissen herinneren: enerzijds de interpretaties van de therapeut, anderzijds de duurzame relationele ervaring en enkele bijzondere momenten waarbij een authentieke ontmoeting tot stand kwam. De Boston Change Process Study Group, waarvan acht gerenommeerde psychoanalytici en ontwikkelingsonderzoekers deel uitmaken (o.a. Daniel Stern en Karen Lyons-Ruth), heeft verandering in psychodynamische therapie bestudeerd vanuit verschillende disciplines: babyobservatie, ontwikkelingsonderzoek, relationele psychoanalyse en het studiedomein van niet-lineaire dynamische systemen.
Een belangrijk concept is impliciet relationeel weten (implicit relational knowledge), dat al kort na de geboorte tot stand komt, continu werkzaam blijft en zich buiten het bewustzijn afspeelt. Het is de impliciete herinnering aan het vroegste samenzijn met de ander, dus een vorm van procedurele kennis, te vergelijken met de herinnering die aan de basis ligt van automatische handelingen zoals fietsen, zwemmen, autorijden. Dit gaat aan het symboolgebruik vooraf, is onderdeel van de vroege hechtingsrelatie en valt buiten het overdrachts-tegenoverdrachtsgebeuren. Het bepaalt de kwaliteit van de relatie met de therapeut en zal het welslagen van de therapie bepalen.
We weten dat specifieke factoren zoals inzicht en duidingen slechts in beperkte mate een succesvolle uitkomst bepalen. Veel belangrijker is de niet-specifieke factor. Niet alleen inzicht leidt tot psychische verandering, ook en vooral de ervaringsfactor. Deze omvat zowel affectieve piekmomenten naast het rustig en duurzaam delen van de ervaring. Belangrijk voor de therapeut is kunnen improviseren en creatief omgaan met slordigheden (creative negotiation of sloppiness and indeterminacy). Op andere ogenblikken dient hij of zij aan te voelen wanneer er een ruptuur dreigt in de therapeutische relatie en deze te herstellen.
Het proces van psychische verandering wordt op een nieuwe manier beschreven. Eerst is er een voortgaand spreken (moving along), waarbij er nu-momenten optreden (present moments, now moments); unieke gelegenheden (moments of meeting) die men niet mag laten passeren. Er duikt plots iets nieuws en onvoorziens op, er ontstaat een klik (mutual fittedness) waarbij een verandering in het impliciet relationeel weten tot stand komt. Er ontstaat vervolgens een open ruimte en een verschuiving in de intersubjectieve omgeving. Dit wordt geïllustreerd met klinisch materiaal.
Een belangrijk boek over een nieuw paradigma in de psychoanalyse waar veel over te doen is: relationele psychoanalyse en intersubjectiviteit. Bovendien wordt dit verbonden met het wetenschappelijk onderzoek in verband met gehechtheid.
M. Hebbrecht