Handboek multidisciplinaire zorg
Bij patiënten met complexere problemen en multimorbiditeit overstijgt het klinische probleem vaak de competentie van de huisarts of van één enkele specialist. In dat geval kunnen de verschillende betrokken medische én paramedische disciplines het beste samenwerken en is er sprake van multidisciplinaire zorg. Over deze vorm van multidisciplinaire samenwerking in de geneeskunde gaat dit Nederlandstalige boek. Het richt zich – zoals de redacteuren terecht stellen in het voorwoord – dan ook niet op behandelaars van een specifieke discipline, maar op alle medische en paramedische beroepen die in hun dagelijkse praktijk met multidisciplinaire zorg te maken hebben. Voor de psychiater denk ik dan vooral (maar niet uitsluitend) aan de liaison- en de ouderenpsychiater.
Het boek telt 15 hoofdstukken die vlot geschreven en goed wetenschappelijk onderbouwd zijn door – uit de aard der zaak – auteurs van diverse disciplines: huisartsgeneeskunde, interne geneeskunde, psychiatrie, verpleegkunde, rechten, farmacie, dermatologie, bestuurs- en organisatiewetenschappen en psychologie. De aangeleverde vignetten en de praktische aanbevelingen verhogen mooi het gehalte bruikbaarheid voor de klinische praktijk en zijn geschreven vanuit het perspectief van de zorgverlening aan kwetsbare patiënten en groepen.
Voor het leveren van verantwoorde multidisciplinaire zorg zijn hulpverleners in toenemende mate van elkaar afhankelijk geworden. Deze afhankelijkheid maakt behandelingsprocessen complexer en vergroot de kans op coördinatie- en communicatiefouten. In hoofdstuk 7 staat het juridische perspectief centraal. Verschillende modellen voor verantwoordelijkheidsverdeling bij multidisciplinaire zorg komen aan bod: een op ketensamenwerking toegesneden juridisch kader is duidelijk (nog) niet ontwikkeld.
Lichamelijke ziekten zijn vaak een risicofactor voor een psychiatrische stoornis, terwijl omgekeerd de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis vaak een negatieve invloed heeft op de prognose van aanwezige somatische aandoeningen. De grootste uitdaging is volgens Leentjens en Van der Meer (hoofdstuk 9) de verdere ontwikkeling van de organisatorische inbedding van casefinding en screening (van bijvoorbeeld depressie) in een bredere zorg en multidisciplinaire behandeling zodat ook de behandelgraad en de effecten van de betreffende behandeling kunnen toenemen.
De auteurs van het Handboek multidisciplinaire zorg zijn in hun opzet geslaagd door een nieuwe impuls te geven aan een kwaliteitsvolle integrale geneeskundige zorg voor kwetsbare patiënten met multipele, complexe en doorgaans chronische aandoeningen, patiënten met lichamelijk onverklaarde klachten, hypochondrie en somatisatie of moeilijk bereikbare patiëntencategorieën (zoals dak- en thuislozen, asielzoekers, vluchtelingen en illegalen).
F. Bouckaert