Guide to the Psychiatry of Old Age
Deze inleiding tot de ouderenpsychiatrie bevat twaalf hoofdstukken, die in drie delen kunnen worden samengebracht. Er zijn drie inleidende hoofdstukken met algemene bespiegelingen over de ouderenpsychiatrie, assessment en differentiële diagnose. Bij dit laatste thema ligt de klemtoon op de 3 D’s: dementie, depressie, delier. In het tweede deel komen de belangrijkste stoornissen en syndromen aan bod: dementies, behavioral and psychological symptoms of dementia (bpsd), delier, stemmingsstoornissen, schizofrenie en aanverwante aandoeningen, neurotische stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen en ten slotte middelenmisbruik en iatrogenese. In het derde deel worden de organisatie van de hulpverlening en de toekomst van de ouderenpsychiatrie besproken.
Het werk is door de auteurs (werkzaam in Australië, het Verenigd Koninkrijk en Canada) bedoeld als een leerboek, een introductie. In die opzet zijn zij zeker geslaagd: het aantal bladzijden is beperkt, de bespreking van de verschillende thema’s is kort en krachtig en in de tekst zijn nauwelijks verwijzingen naar auteurs aangebracht. Elk hoofdstuk wordt wel afgesloten met een korte literatuurlijst met steeds dezelfde indeling: tijdschriftartikelen, boeken en hoofdstukken in boeken. Nuttig is daarbij dat er telkens een zeer kort commentaar en soms ook een beoordeling over het werk wordt toegevoegd. Zoals het een leerboek past, vindt men regelmatig puntsgewijze opsommingen, bijvoorbeeld in het hoofdstuk over de differentiële diagnose: ‘Foutieve theorieën over depressie en dementie’.
Door deze krachtige stijl dreigt een enkele keer wel enige nuance verloren te gaan, zoals in het hoofdstuk over bpsd: een positieve attitude van de hulpverlener wordt samengevat als ‘be nice to people and they are more likely to be nice to you’, gevolgd door het commentaar dat er zeker geen evidence is gevonden voor de stelling dat iemand baat heeft bij een onaangename houding tegenover demente ouderen.
De auteurs zijn met dit boekje zeker geslaagd in hun opzet: het is een introductie en zeker bruikbaar voor studenten, zij het dat hier en daar enig aanvullend commentaar van de lesgever voor nuance en verdieping kan zorgen. Daarnaast zullen beginnende professionele hulpverleners van diverse disciplines, in hun zoektocht naar overzichtelijk samengebrachte kennis, met deze inleiding zonder twijfel aan hun trekken komen.
L. van de Ven