Autisme. Een korte inleiding (Vert. Miebeth van Horn)
De auteur wil met dit boek een bondige inleiding bieden voor wie meer wil weten over autisme. Het taalgebruik doet – door de eerder prozaïsche stijl – vermoeden dat zij vooral op het brede publiek mikt. Na inleidende hoofdstukken over de kernsymptomen, hoe deze zich bij verschillende individuen aan verschillende kanten van het spectrum kunnen uiten en prevalentiecijfers, maakt de auteur op een bevattelijke manier duidelijk hoe mensen met een autismespectrumstoornis (ass) de wereld ervaren.
Erg interessant, ook voor de professionele hulpverlener, is het overzicht van resultaten dat Frith geeft van onderzoek dat de kritische toets van de wetenschap heeft doorstaan; ook blikt ze vooruit op resultaten van onderzoek dat nog loopt. Frith geeft in dit boek veel aandacht aan de psychologische aspecten van autisme. In twee hoofdstukken presenteert ze op didactische wijze een totaalbeeld van de tot hier toe veronderstelde, en na onderzoek best houdbare, psychologische theorieën over ass. Achtereenvolgens passeren de revue: de idee van mindblindness, een gebrekkige biologische drang om sociaal te zijn, een zwakke centrale coherentie, executieve functieproblemen en de recentere idee van een gebrekkig spiegelsysteem.
De auteur beschrijft ook een aantal visies die nog speculatief zijn. Zo bespreekt ze haar idee over een gebrekkige connectie tussen bottom-up- en top-downprocessen, ofwel slechte connectiviteit tussen hersensystemen die te maken hebben met het afleveren van informatie en het systeem dat toezicht op die informatie houdt. Een heldere bespreking van elk van deze theorieën wordt gevolgd door de kanttekening dat geen enkele theorie alle gedragskenmerken binnen het spectrum kan verklaren. Frith spreekt hierna de hoop uit en pleit vurig voor verder wetenschappelijk onderzoek. Zij hoopt dat op basis van deze belangrijke ideeën in de toekomst verschillende cognitieve fenotypen onderscheiden kunnen worden, waardoor het gemakkelijker zal worden om de oorzaken van ass op te sporen (door de stoornis op die manier op te splitsen).
Frith sluit af met een overzicht van mogelijkheden voor behandeling en begeleiding en waarschuwt voor zogenaamd alternatieve therapieën die genezing beloven. Erg interessant hierbij zijn verwijzingen naar degelijke websites waarop informatie te vinden is. Handig is ook het literatuuroverzicht dat geordend is naargelang de insteek: onderzoek, biografieën, klassiekers of gidsen.
Kortom, een bondig, maar toch volledig overzicht van autisme dat toegankelijk is voor het brede publiek en met het nodige respect geschreven is voor mensen met de diagnose. Vanwege de hoge didactische kwaliteit is het ook voor de professionele hulpverlener een interessant naslagwerk waar men zich bij het bespreken van de diagnose op kan baseren. Bovendien overstijgt Frith met haar overzicht van degelijk wetenschappelijk onderzoek en suggesties voor toekomstig onderzoek duidelijk het niveau van een oppervlakkige bundeling van feiten.
S. Neven