Separatiecijfers en de samenhang tussen ziekenhuis-, afdelings-, patiënten- en personele kenmerken
achtergrond Eerder onderzoek bij 30 opnameafdelingen in zeven ggz-instellingen liet zien dat verschillen in patiëntenkenmerken verschillen tussen separatiecijfers van deze afdelingen niet goed verklaren, ondanks op dit gebied gestelde verwachtingen van teamleden en teammanagement (Janssen e.a. aangeboden). Dat onderzoek richtte zich voornamelijk op de patiëntenkenmerken en nam een beperkt aantal afdelingskenmerken mee. In het landelijk casusregister dwang en drang is het door een ruime verdubbeling van het aantal deelnemende ziekenhuizen mogelijk deze voorlopige bevindingen te toetsen op een grotere sample en naast patiëntenkenmerken ook meer afdelings- en personele kenmerken in het model mee te nemen.
doel Centrale vraag in het onderzoek is de vraag of er patiënt-, afdelings- of personele kenmerken zijn te identificeren die hoge danwel lage separatie-incidentie- en prevalentiecijfers verklaren.
methoden Een multilevel-analyse werd uitgevoerd op gegevens van 17 Nederlandse ggz-instellingen. Daarin zijn naast de Argusgegevens over separatie, afzondering en dwangmedicatie gegevens meegenomen zoals urbanisatie en de omvang van het werkgebied van het ziekenhuis, type afdeling, aantal bedden, aantal eenpersoonskamers, aantal separatiekamers en aantal afzonderingsruimten van de afdelingen, leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, etnische achtergrond, diagnose en gaf-score (psychisch, sociaal en beroepsmatig functioneren) van de patiënt naast het aantal fte’s (omvang van een functie) per discipline en aantal aanwezige verpleegkundigen per dienst omtrent personeel.
resultaten Dit onderzoek maakt zichtbaar welke samenhang de ziekenhuis-, afdelings-, patiënten- en personele gegevens met elkaar hebben in relatie tot het separeren van patiënten. Dit maakt het mogelijk om ‘goede’ praktijken te onderscheiden, voor zowel het aantal separatie-uren (prevalentie) als het aantal gestarte separaties (incidentie).
conclusie Deze studie is een van de eerste op basis waarvan het opbouwen van wetenschappelijke kennis ten behoeve van een gewogen benchmark mogelijk is.