Bewegingsstoornissen en de vrije wil
achtergrond Er wordt nogal eens als vanzelfsprekend van uitgegaan dat (neuro)psychiatrische stoornissen de vrije wil kunnen ondermijnen. Bijvoorbeeld forensisch psychiaters begrijpen verminderde toerekeningsvatbaarheid soms in termen van een ‘aantasting van de vrije wil’ door een mentale stoornis bij de verdachte. Onduidelijk is wat mentale stoornissen nu zouden doen waardoor mensen minder vrij zijn. Evenmin is duidelijk hoe mensen met een (neuro) psychiatrische stoornis zelf de invloed op hun vrije wil ervaren.
doel Verhelderen van de relatie tussen mentale stoornissen en de vrije wil door 1. een bespreking van filosofische visies op de vrije wil en 2. door empirisch onderzoek naar hoe patiënten met verschillende bewegingsstoornissen de impact op de vrije wil zelf ervaren.
methoden Filosofische en forensischpsychiatrische argumenten over vrije wil en mentale stoornissen worden geanalyseerd en bediscussieerd. Daarnaast is er een vragenlijst ontwikkeld waarin thema’s die nauw verband houden met de vrije wil (bijvoorbeeld controle en verantwoordelijkheid) aan de orde worden gesteld. Deze is aan patiënten met bewegingsstoornissen voorgelegd.
resultaten Op basis van analyse van de filosofische discussies over de vrije wil blijken er allerlei thema’s verbonden met de vrije wil. Welke van deze thema’s belangrijk zijn ten aanzien van mentale stoornissen blijft evenwel onduidelijk. Daarmee blijft de invloed van neuropsychiatrische stoornissen op de vrije wil onopgehelderd. Empirisch onderzoek naar de ervaringen van patiënten kan helpen dit te verhelderen.
conclusie Er wordt vaak aangenomen dat er een relatie is tussen mentale stoornissen en beperkingen van de vrije wil, zonder dat wordt aangegeven wat de precieze aard van deze relatie is. Het blijkt belangrijk te weten hoe mensen die ervaring hebben met een mentale stoornis de impact van deze stoornis op hun vrije wil beleven.