Suïcidaliteit bij ouderen, wat is er over bekend?
achtergrond In het kader van de ontwikkeling van de multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag, is gezocht naar specifieke kenmerken van diagnostiek en behandeling bij ouderen.
doel Wetenschappelijke onderbouwing van de richtlijn met betrekking tot de aanbevelingen voor ouderen.
methoden Systematische review.
resultaten Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar suïcidepreventie bij ouderen. Naast kleinere studies zijn er twee grote studies, prospect en impact. De ontstaanswijze van suïcidaliteit is altijd complex. De suïcide-intentie is bij ouderen verhoogd en hierdoor ook het percentage geslaagde suïcides. Zowel psychische, somatische en sociale factoren spelen vaak een rol bij het ontstaan. Psychiatrische stoornissen, depressies, komen vaak voor. Alcoholgebruik is een onderbehandeld probleem. Het gebruik van benzodiazepinen en narcotische pijnstillers blijkt eveneens gecorreleerd met geslaagde suïcides. Persoonlijkheidskenmerken kunnen een rol spelen, met name narcistische kenmerken. Hopeloosheid en uitzichtloosheid wordt vaak gemeld. Dementie geeft geen verhoogd risico op suïcidaliteit, in de periode na het stellen van de diagnose bestaat er echter wel een verhoogde kans op een suïcide. Verschillende somatische stoornissen, zoals prostaatkanker, blijken een significant vergroot suïciderisico te geven. Daarnaast zijn eenzaamheid en sociale isolatie sterk beïnvloedende factoren. De behandeling dient zich dan ook op de behandeling en verbetering van alle onderliggende stoornissen te richten. Selectieve serotonine heropnameremmers (ssri) zijn met name bewezen effectief bij suïcidaliteit gecombineerd met een depressie bij ouderen.
conclusie Het ontstaan van suïcidaliteit bij ouderen is een multidimensioneel proces, derhalve dient de behandeling ook multidimensioneel te zijn.