Toegankelijkheid van de ggz voor immigranten
achtergrond De geestelijke gezondheid van immigranten is vaak minder goed dan die van de allochtone bevolking, terwijl de toegang tot de zorg problematisch kan zijn door de drempels van taal, cultuur en soms stigma. In onderzoek is gevonden dat immigranten ongeveer net zoveel gebruikmaken van de ggz als de autochtone bevolking. Gezien de slechtere gezondheid zou een oververtegenwoordiging verwacht mogen worden.
doel Bepalen van de verdeling van immigranten in de ggz in relatie tot de verdeling van immigranten in de stad.
methoden Voor 2008 werden uit het psychiatrisch casusregister (pcr) van Den Haag de nieuwe aanmeldingen geselecteerd in de leeftijdsgroep van 20-64 jaar. Uit het register waren gegevens beschikbaar over leeftijd, geslacht, land van herkomst (vng-indeling), woonwijk en diagnose. Gegevens van de gemeente Den Haag werden gebruikt voor een vergelijking met de verdeling in de Haagse bevolking.
resultaten Gegevens waren beschikbaar voor 4777 aanmeldingen, waarvan 2217 Nederlands, 696 Turks, 377 Marokkaans, 476 Surinaams, 134 Antilliaans, 79 Zuid-Europees, 676 overig niet-geïndustrialiseerd en 122 overgeïndustrialiseerd. In vergelijking met de Haagse bevolking waren de Turkse en Marokkaanse groepen oververtegenwoordigd met een relatieve zorgincidentie van 2,5 en 1,9 in vergelijking met de Nederlanders. De overig niet-geïndustrialiseerde groep was ondervertegenwoordigd met een relatief risico van 0,3. Bij voorlopige analyses bleken interactie-effecten met leeftijd, geslacht en land van herkomst. De zorg werd naar verhouding het meest gebruikt door Turkse vrouwen van 35-64 jaar. Marokkaanse vrouwen van 50-64 waren juist ondervertegenwoordigd, evenals jongere Turkse en Surinaamse mannen.
conclusie Immigranten weten de weg naar de zorg in het algemeen goed te vinden. Zoals verwacht is een aantal groep in de zorg relatief oververtegenwoordigd. Bij meer gedetailleerde analyse zijn er echter ook groepen de minder gebruikmaken van de zorg.