J.L.C. Schroeder van der Kolk (1797-1862) en de ontplooiing van de psychiatrie als wetenschap rond 1850
achtergrond J.L.C. Schroeder van der Kolk (1797-1862), de 19e eeuwse grondlegger van de moderne psychiatrie in Nederland, is befaamd om de institutionele hervormingen die onder zijn leiding zijn doorgevoerd en om zijn rol bij de totstandkoming van de Krankzinnigenwet van 1841. Zijn wetenschappelijke bijdragen op het gebied van de psychiatrie – waaronder het eerste Nederlandstalige handboek op dit terrein – zijn veel minder bekend. Niettemin speelde Schroeder een belangrijke rol bij de ontplooiing van de psychiatrie als wetenschap in Nederland.
Schroeder was een zogenaamde Somatiker, maar dat maakte hem niet, zoals in de literatuur wel wordt gesteld, tot een soort vroege Griesinger. Zijn somatische benadering van de psychiatrie was gebaseerd op een dualistische opvatting van de verhouding tussen lichaam en ziel die niet paste binnen Griesingers natuurwetenschappelijke psychiatrie. Daarnaast meende Schroeder dat krankzinnigheid vaak het gevolg was van een primaire stoornis in een van de organen van het lichaam, meestal de dikke darm of de geslachtsorganen. Juist tegen dergelijke ideeën was Griesingers fameuze uitspraak gericht: geestesziekten zijn hersenziekten. Deze verschillen tussen Schroeder van der Kolk en Griesinger illustreren dat er in de 19e eeuw, anders dan vaak wordt betoogd, geen sprake was van een continue somatische traditie (die volgens sommigen doorloopt tot de biologische psychiatrie van vandaag).
Timo Bolt was tot voor kort werkzaam als historicus/onderzoeker bij het Onderzoekscentrum voor Geschiedenis en Cultuur van de Universiteit Utrecht en in die hoedanigheid (co-) auteur van enkele boeken en artikelen op het gebied van de geschiedenis van de (kinder)psychiatrie.
Sinds 1 november 2010 is hij promovendus bij het Julius Centrum van het Universitair Medisch Centrum Utrecht, het promotieonderzoek gaat over de komst van evidence-based medicine naar Nederland, de promotor is prof. F.G. Huisman, hoogleraar medische geschiedenis in Utrecht.
doel Zowel Schroeder als Griesinger hadden, ondanks hun ‘biologistische’ reputatie, veel oog voor de wisselwerking tussen lichaam en geest. Zij pasten ook een combinatie van somatische en psychische geneeswijzen toe. Deze kant van hen is vaak over het hoofd gezien, mede doordat de geschiedenis van de psychiatrie vaak is voorgesteld als een voortdurende strijd tussen een somatische en een psychosociale richting. In werkelijkheid is van een dergelijke polaire tegenstelling zelden sprake geweest. Deze lezing gaat onder meer hierop in.