Autismespectrumstoornissen bij volwassenen in de forensische psychiatrie: prevalentie en type delict
achtergrond De laatste decennia is de aandacht voor het voorkomen van autismespectrumstoornissen (ASS) bij volwassenen sterk toegenomen. Er zijn aanwijzingen dat ASS bij forensische psychiatrische patiënten vaker voorkomt dan werd gedacht. Bovendien lijkt er een relatie te zijn tussen ASS en het type gepleegde delict.
doel Het doel van deze presentatie is om op basis van een review van de literatuur na te gaan wat de prevalentie is van ass bij volwassenen binnen de forensische psychiatrie en wat de relatie is tussen ass en het type gepleegde delict. Deze gegevens worden vergeleken met Nederlandse data.
methoden 1. Systematische review naar de prevalentie van ass bij volwassenen binnen de forensische psychiatrie en de relatie met het type gepleegde delict. 2. Op basis van het databestand van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) wordt bepaald hoe vaak de diagnose ass werd gesteld tussen 1999-2010 en of er een relatie bestaat met het type delict.
resultaten Er werden in totaal 29 studies gevonden waarvan negen zich voor nadere analyse leenden. Prevalentiecijfers varieerden van 1,5-18%. Uit de literatuurstudies blijkt met name een relatie te bestaan tussen ass en brandstichting.
Het databestand van het NIFP bestaat uit 80.000 patiënten met justitiële rapportages. Bij 1320 (1,65%) is bij de diagnose een stoornis van het autismespectrum vastgesteld. Geweldpleging was het meest voorkomende delict, namelijk 177 (13,4%).
conclusie Alhoewel uit de literatuur sterk uiteenlopende cijfers blijken, is duidelijk dat de prevalentie van ASS bij volwassenen binnen de forensische psychiatrie hoger is dan in de normale bevolking. Voorts lijken bepaalde typen delicten vaker voor te komen. Dit illustreert de klinische relevantie van ASS voor de forensisch psychiater.