Multidisciplinaire richtlijn en de Wet Verplichte Geestelijke
Gezondheidszorg
achtergrond Volgens de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (wvggz, artikel 8.3, 8.4) kan verplichte zorg in beginsel alleen worden toegepast op basis van een richtlijn. De monodisciplinaire richtlijn Dwangtoepassing van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) (Van Tilburg e.a. 2008) biedt wel richting, maar is niet voldoende voor de multidisciplinair ontwikkelde wvggz. Verplichte zorg kan alleen plaatsvinden als daarvoor een politiek en maatschappelijk draagvlak is. Ook daarom is de ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn wenselijk en noodzakelijk. De minister van vws heeft de zogeheten veldpartijen - waaronder de NVvP - verzocht om te komen met een plan van aanpak voor het ontwikkelen van een multidisciplinaire richtlijn (juli 2010). Hieraan wordt inmiddels hard gewerkt.
Voor het ontwikkelen van een richtlijn is niet alleen evidence uit onderzoek nodig maar ook zal er rekening moeten worden gehouden met het huidige maatschappelijke klimaat en heersende juridische inzichten, dus met de aard van het paradigma rond de toepassing van verplichte zorg (dwang). In deze discussiegroep worden vier richtlijnaspecten kort toegelicht, waarna discussie volgt over de vorm en inhoud van de richtlijn. De uitkomst kan de psychiaters ondersteunen die aan deze multidisciplinaire richtlijn werken. Voor de andere psychiaters levert de discussie ook algemene kennis op omtrent de wvggz.
stellingen
1. Een multidisciplinaire richtlijn inzake verplichte zorg doet recht aan de huidige maatschappelijkeen politieke inzichten rond dwang en verhoogt het draagvlak daarvoor.
2. De wvggz is met betrekking tot de richtlijn voldoende concreet voor de behandelaar en biedt voldoende ruimte om te behandelen.
3. De psychiater heeft bij dwangtoepassing eerder steun aan dan last van een richtlijn.
4. Evidence-based geformuleerde dwangtoepassingverhoogt de acceptatie door de patiënt.
leerdoel De deelnemer:
- heeft kennis van (een belangrijk onderdeel) van de wvggz;
- is op de hoogte van de ontwikkelingen rond de richtlijnontwikkeling verplichte zorg;
- heeft zicht op de maatschappelijke en politieke visie op verplichte zorg;
- heeft kennis van evidence-based uitkomsten van dwangonderzoek.