Persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5: diagnostiek
en assessment
toelichting De diagnostiek en classificatie van persoonlijkheidsstoornissen gaat in de dsm-5 veranderen: persoonlijkheidsstoornissen verhuizen naar as I; onze inmiddels vertrouwde cluster A, cluster B of cluster C komt te vervallen, evenals de meeste specifieke persoonlijkheidsstoornissen en de persoonlijkheidsstoornis nao. Een hybride model wordt voorgesteld waarbinnen het psychodynamische niveau van persoonlijkheidsfunctioneren, vijf nieuw omschreven prototypen (antisociaal, borderline, schizotypisch, ontwijkend en obsessief-compulsief) en een palet van maar liefst 37 persoonlijkheidstrekken dient te worden gekwantificeerd. Maar hoe gaan we dat allemaal meten in de alledaagse praktijk? En in wetenschappelijk onderzoek?
In deze bijblijfsessie worden de voorgestelde veranderingen voor de dsm-5 op een rijtje gezet vanuit het Podium Persoonlijkheidsdiagnostiek van het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen. Er wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken rond alle kritiek op deze voorstellen van de apa Workgroup. Aan de hand van casuïstiek worden voorbeelden gegeven hoe huidige diagnostische interviewmethoden en persoonlijkheidsvragenlijsten aansluiten bij deze nieuwe dsm-5-classificatie.
leerdoel Aan het eind van de sessie
wordt de deelnemer geacht een overzicht te hebben
van de komende veranderingen rond persoonlijkheidsstoornissen
in de dsm-5 en van de wijze
waarop prototypen en persoonlijkheidstrekken
kunnen worden vastgesteld en gekwantificeerd.