Neurobiologie van agressie
achtergrond Uit onderzoek over fundamentele neurale mechanismen van agressief gedrag bij de mens, dat veel overeenkomsten vertoont met die van dieren, zijn er sterke aanwijzingen dat bij agressiegerelateerde psychopathologie drie belangrijke neurobiologische processen een rol spelen:
1. Disfunctioneren van de hersenen op het gebied van agressiebeheersing, wat gereguleerd wordt vanuit verschillende hersencentra en circuits (bijvoorbeeld in bepaalde soorten hersenletsel, epilepsie en de ziekte van Alzheimer).
2. Hypo-arousal, met lage plasma-cortisolspiegels, waarbij vermindering van de emotionele barrières agressief gedrag kunnen bevorderen (bijvoorbeeld bij de antisociale persoonlijkheidsstoornis).
3. Hyperarousal, met prikkelbaarheid en agressieve uitbarstingen. Verschillende aandoeningen worden geassocieerd met verschillende soorten van agressiviteit. Hypo-arousal wordt vaak geassocieerd met instrumentele agressie, terwijl hyperarousal vaak gepaard gaat met oncontroleerbare, impulsieve uitbarstingen. Het onderscheid van agressie in de offensieve en defensieve modellen is ook nuttig in het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en geeft inzicht in de hersenmechanismen die betrokken zijn bij het gedrag. Impulsieve agressie, als gevolg van verlies van impulscontrole, wordt geassocieerd met lage liquor 5-hiaa-concentraties en/of veranderingen in het serotonerge systeem in verschillende hersengebieden. Offensieve agressie wordt geassocieerd met assertief gedrag, competitief en dominant gedrag, met hogere niveaus van central spinal fluid (csf) serotonine, dopamine en vrije testosteron. In het bijzonder blijkt dat specifieke serotoninereceptoren, zoals 5-ht1a- en depostsynaptische 5-ht1b-subreceptoren, een sterke agressieregulerende functie hebben. Verder zijn er aanwijzingen dat fysiologische processen tijdens de agressieve aanval een dynamisch beloop hebben.
doel Kennis over neurobiologische processen bij agressie.
methoden Overzicht van literatuur op neurobiologisch gebied.
resultaten Inzicht in neurobiologie van pathalogische agressie.
conclusie De neiging tot agressief gedrag wordt mede beïnvloed en bepaald door afwijkingen van agressieregulerende hersenfuncties.