Navigating Teenage Depression. A Guide for Parents and Professionals
Het feit dat auteurs van dit boek de bedoeling hebben een gids te bieden voor ouders én hulpverleners wekt onmiddellijk mijn wantrouwen. Misschien is dit niet helemaal terecht, maar toch, wie ervaring heeft in het klinisch werken met adolescenten leert weinig nieuws. Het boek bevat wel veel waardevolle informatie voor wie die ervaring niet heeft, zoals ouders, leerkrachten, hulpverleners van volwassenen. Auteurs zijn medewerkers van het Black Dog Institute in Sydney. Ze doen wetenschappelijk onderzoek over stemmingsstoornissen bij adolescenten en ontwikkelen communityprogramma’s voor diagnostiek en behandeling. Hun centrale stelling, namelijk dat depressie geen uniforme diagnose is en dat er dus ook geen uniforme behandeling bestaat, is voor mij evident, evenals hun pleidooi voor een therapeutische benadering gericht op de individuele adolescent, zijn gezin, zijn geschiedenis. Zij willen hiermee ingaan tegen een uniforme, protocollaire evidence-based aanpak. Ondanks het gedetailleerde en vaak boeiende casusmateriaal, waardoor de verschillende depressies uitvoerig worden gedocumenteerd, komt men uiteindelijk toch tot een zekere tweedeling in de behandeling: medicamenteus (melancholische depressie) en psychotherapeutisch (niet-melancholische depressie). Het boek brengt een aantal belangrijke zaken in herinnering zoals het belang van de psychologische ontwikkeling en de adolescentaire crisis. Hierdoor is het moeilijk een onderscheid te maken tussen het normale en het pathologische, terwijl er anderzijds bij adolescenten altijd de druk is dat een ten onrechte niet gestelde diagnose de volwassenwording negatief beïnvloedt. Het soms wat overvloedige casusmateriaal geeft een goed inzicht in de complexe problematiek van adolescenten, hun weerstanden, de impact van een diagnose op hun ontwikkeling, hun verhouding tot confidentialiteit en de relatie met hun ouders. Veel informatie is erg basaal: hoe schrijf je een brief (uitgebreid), hoe stop je medicatie, wie is verantwoordelijk voor wat. Andere informatie is volgens mij niet relevant. Dat de persoonlijkheidsstijl een rol speelt bij het ontstaan van een depressie lijkt mij evident, een ellenlange opsomming van alle mogelijke persoonlijkheidstrekken is overbodig. Het casusmateriaal heeft voor mij een ietwat te hoog soapgehalte: er zijn enkel getuigenissen over de positieve uitkomst van assessment en therapie. Ouders zijn begrijpend, inlevend. Uiteraard is het werken met adolescenten zo boeiend omdat een positieve wending mogelijk is. Maar toch is er erg weinig contact met de zwaarte, de pijn, de tragiek. In de appendix over suïcidaliteit en automutilatie moeten concrete adviezen en de opsomming van evidente contextvariabelen verdoezelen dat er geen enkel inzicht is in de betekenis of de dynamiek. Men blijft aan de rand van de problematiek. De appendix over medicatie daarentegen geeft wel een genuanceerd beeld van medicatiegebruik bij jongeren en de stand van het wetenschappelijk onderzoek dienaangaande. Behalve de appendix over medicatie, is het een boek dat vooral lezenswaardig is voor ouders van adolescenten en hulpverleners met weinig ervaring op dit terrein
L. de Rijdt