The Psychoanalytic Study of the Child. Vol. 63/2008
Dit boek is het 63ste jaardeel van de ondertussen gerenommeerde reeks die in 1945 werd gestart door Anna Freud, Heinz Hartmann en Ernst Kris. Het tijdschrift over psychoanalytische theorie en praktijk, kinderontwikkeling en –psychiatrie heeft een uitstekende reputatie, maar door adepten van evidence-based medicine wordt het verguisd. Dit laatste zegt meer over het huidige klimaat binnen psychiatrie en psychotherapie dan over het tijdschrift zelf. Wie de wetenschappelijke bias even ter zijde kan laten, leest hier een relevante, gevarieerde en eigentijdse aflevering. Zeker eigentijds en interessant is de bijdrage over geassisteerde conceptie met ‘vreemde’ sperma- of eicellen. Aan de hand van de kliniek worden angsten, conflicten en afweermechanismen van de ouders weergegeven, naast invloed op hechting, individuatie en identiteitsvorming van de kinderen. Binnen de ontwikkelingspsychologie wordt ons stock-still behavior gerapporteerd als een mogelijke gedragsmarker van het moment waarop de peuter binnen- en buitenwereld, zelf en ander begint te onderscheiden. Professor Van Houdenhove legt als medeauteur de klemtoon die we van hem zo goed kennen op het belang van vroege levenservaringen en het levensverhaal. Toekomstig onderzoek dient zich volgens hem te richten op heterogeniteit in patronen, eerder dan zich reductionistisch te beperken tot unieke psychosociale en biologische grondslagen van specifieke aandoeningen. Een mooie klinische bijdrage geeft weer hoe een kind na herhaaldelijk fysiek misbruik door een ouderfiguur moeilijk eigen agressieve fantasieën kan onderscheiden van externe stressoren. Een andere casus schetst de intense invloed van immigratie op de adolescentaire ontwikkeling vanuit het perspectief van de hechtingstheorie. In een essay is te
lezen hoe een welbepaalde eenzaamheid, typisch voor de adolescentie, manisch wordt afgeweerd en onderscheiden moet worden van depressie. Het hoofdstuk over toegepaste psychoanalyse verruimt onze beelden over desolate, grimmige separatie en meer lugubere, orale kannibalistische fantasieën door de prenten en de verhalen van kinderauteurs Steig en Sendak. Beiden incorporeren de notie van veerkracht. Een historische bijdrage exploreert ‘het moederlijke’ in het oeuvre van Freud en de lading ervan in zijn begrip ‘Unbehagen’. Daarnaast krijgen we een haast voyeuristische inkijk in Freuds worstelen met zijn verleidingstheorie. Een studiegroep ‘transformatie in psychoanalyse’ informeert ons over transformatie in therapie bij adolescenten en volwassenen. Dit boekdeel is toegankelijk en strookt met het bekende levendige, lichtjes provocatieve karakter van de reeks. Het heeft een sterke klinische relevantie, ook voor volwassenenpsychiaters en -psychotherapeuten.
C Marcq