The Neurobiology of Addiction. New Vistas
Mooi boek, machtig boek, moeilijk boek. De neurobiologische kennis van verslavingsgedrag
blijft groeien en is mede dankzij de goede dierenmodellen een van de verst gevorderde in vergelijking met die van andere psychiatrische ziektebeelden. In dit overzichtswerk proberen de auteurs een stand van zaken te brengen van het (fundamenteel) onderzoek naar ontstaan en progressie van
verslavingsgedrag. Het is een mooi boek geworden dat goed in de hand ligt, dus geen oversized handboek dat je niet in een makkelijke stoel ter hand kunt nemen. Mooie afbeeldingen in kleur van beeldvormend onderzoek, die echter voor hen die wel eens een voordracht van Nora Volkow hebben meegemaakt (of op internet presentaties downloaden) bekend zullen overkomen. Mooi dus, maar niet erg origineel. Een machtig boek gezien de rijkdom en de breedte van de onderwerpen. Het is opgebouwd rond een goed gekozen vierdeling. Het eerste deel reflecteert op de huidige, neurobiologische, theorievorming over verslavingsgedrag. De belangrijkste opinieleiders en onderzoekers in het veld krijgen hier ruim de gelegenheid om hun, reeds bekende, theorieën uitvoerig toe te lichten en zij beschrijven ook de actuele progressie in hun onderzoek. Namen zoals Robinson en Berridge (incentive-sensitization theory), Koob en Moal (de donkere zijde van verslaving) en die van de groep rond Trevor Robbins zelf (ontregeling van de impulscontrole) zijn bekend voor ieder die kennis heeft van dit vakgebied. Het tweede deel richt zich op een verbreding van het concept ‘verslaving’. Naast goed uitgewerkte hoofdstukken over nicotineafhankelijkheid en pathologisch gokken zijn hier de interessante nieuwigheden enerzijds de aandacht voor het fenomeen binge-drinking met de daaraan gekoppelde neurobiologische gevolgen en anderzijds de overlap tussen neuronale circuits betrokken bij verslaving en obesitas. Dit laatste hoofdstuk is van de hand van Nora Volkow en onderlijnt de actuele politiek van het National Institute on Drug Abuse, dat zwaarlijvigheid (obesitas) sterk als een ‘verslavingsziekte’ naar voren schuift. Deel drie richt zich op de genetica van verschillende vormen van verslavingsgedrag en specifiek de aandacht voor de gen-omgevingsinteracties is bijzonder boeiend en goed uitgewerkt. Het vierde deel tot slot heeft legt de focus specifiek op de gevolgen van langdurig middelengebruik. Dit zowel op (intra)cellulair niveau met de veranderingen in transcriptiemechanismen en ΔFosB (van de hand van E. Nestler) als op het niveau van cognitieve controle. Het is ook een moeilijk boek, geschreven door (en misschien wel voor) auteurs die voor het merendeel fundamenteel dierenonderzoek doen. Daarnaast komen ook de bevindingen uit cognitief en beeldvormend onderzoek bij mensen uitgebreid aan bod. Globaal is de geboden neurobiologische informatie zeer compleet en gedetailleerd. Voor wie? Wel, ik vind dit een zeer waardevol werk. De geboden informatie is erg compleet en tegelijkertijd is de keuze van de onderwerpen ruim en omvattend. Wat dit betreft, schat ik het boek dan ook (bijna) nog positiever in dan het in 2005 verschenen monumentale overzichtswerk van Koob en Le Moal, waarover ik eerder reeds een enthousiaste bespreking schreef in dit tijdschrift (2006, 963-4). Dit laatste boek geeft vooral een uitwerking van de theorieën van Koob en Le Moal zelf
(zoals je die ook samengevat vindt in het hier besproken boek) en blijft als dusdanig nauwer van
concept. Het huidige boek leent zich dan ook prima voor het neurobiologisch kader van een opleidingstraject voor verslavingsartsen of verslavingspsychiaters. Uiteraard kunnen onderzoekers en
ander professionals binnen het verslavingsveld hier ook hun profijt mee doen. Voor wie niet? Collega’s die vooral geïnteresseerd zijn in de therapeutische implicaties van de neurobiologische ontwikkelingen zullen weinig van hun gading vinden. Slechts één hoofdstuk richt zich op de (farmacologische) behandeling en dit is veruit het kortste en minst uitgewerkte van het geheel. Trouwens, de in de titel aangekondigde ‘new vistas’ komen ook duidelijk minder uit de verf. Samenvattend: zeer goede stand van zaken (anno 2008), omvattend, maar geen spectaculaire nieuwe ontwikkelingen.
Moet je het kopen? Het boek is eigenlijk een bundeling van artikelen die reeds eerder verschenen in een themanummer van de Philosophical Transactions of the Royal Society B: Biological Sciences (363, 3107-286). Dit naar aanleiding van een conferentie in februari 2008. Verstandige mensen met
toegang tot een goede universiteitsbibliotheek weten dus hun weg wel te vinden, maar ook collega’s met een gewone internetverbinding zullen al snel ontdekken dat veel van het materiaal in dit
boek ook gratis fulltext op het web staat. Een beetje jammer voor de uitgever, want het is echt wel een mooi boek geworden.
G. Dom