God is in de war, Hij denkt dat Hij Pieter is. Ervaringen van een manisch-depressief mens en van zijn omgeving (luisterboek)
In de beide luisterboeken van Pieter Overduin krijgen we een goed beeld van de mens Pieter Overduin met een bipolaire stoornis. Tot in detail beschrijft hij zijn psychotische belevenissen, zijn seksuele ongeremdheid en Godsbeleving. In zijn tweede boek beschrijft Overduin de manische psychose die hem overkwam nadat zijn eerste boek verschenen was. Geleidelijk aan hoor je hoe hij steeds verder van de werkelijkheid verwijderd raakt en achtereenvolgens gelooft dat hij Gandhi en God is. Doordat de overtuigingen zonder twijfel, op een luchtige, vaak droge manier worden verteld, heb je het idee alsof je even in zijn hoofd zit. Je begrijpt opeens hoe juist de anderen in zijn ogen zich vreemd gedragen. De verwarde ervaringen van Pieter worden steeds onderbroken door beschrijvingen van familie en vrienden. Zij vertellen de andere kant van het verhaal. Zo kun je als lezer-luisteraar de situaties driedimensionaal meemaken. De tegenstellingen maken des te meer de machteloosheid van de omstanders duidelijk, de voelbare strijd tussen hun liefde voor Pieter en de toenemende noodzaak om in te grijpen. Nadat er daadwerkelijk is ingegrepen, verandert het verhaal van toon. De psychotische ervaringen van Pieter worden losgelaten en er wordt vooral verteld over de ervaren frustraties binnen de psychiatrie. Pieter vertelt over zijn gevoel genegeerd te worden door de verpleegkundigen op de afdeling, de afhankelijkheid en machtstrijd die hij vooral in de separeerruimte heeft ervaren. Ook schrijft hij over de neiging van hulpverleners om alles te ‘psychiatriseren’, zoals de psychiater die de conclusie trekt dat Pieter nog steeds manisch is als Pieter hem heeft verteld dat hij een boek heeft geschreven. Dit alles is confronterend en zeker leerzaam om te horen als hulpverlener. Echter, hetgeen hij vertelt, is zijn beleving van de werkelijkheid en doet soms enigszins karikaturaal aan. Waar hulpverleners van dit boek kunnen leren, zal het voor een leek mogelijk het vooroordeel ten aanzien van de psychiatrie bevestigen. Het luisterboek wordt door Overduin zelf voorgelezen. Hij heeft een prettige stem, maar is zeker geen voorbeeldig voorlezer. Hij vertelt het verhaal op een staccato manier met soms verwarrende pauzes op verkeerde momenten. Dit past echter goed bij de droge wijze waarop alles is opgeschreven. De beeldende verhalen spreken daarnaast voor zichzelf. En als je naar hem luistert, blijf je je verwonderen over het feit dat hij dit allemaal werkelijk zelf heeft meegemaakt. Doordat hij het zelf vertelt, wordt het des te indringender. Op de luister-dvd zijn naast waardevolle informatie over de patiëntenvereniging (Vereniging voor Manisch Depressieven en Betrokkenen; vmdb) en het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen
ook een voorwoord en interviews toegevoegd. De doelgroep is naast patiënten met een bipolaire stoornis en hun familieleden/betrokkenen ook hulpverleners die met deze patiënten te maken hebben. In het interview met Dieuwertje Blok bevestigt Overduin dat Ik houd van mezelf… en dat is wederzijds ook goed beluisterd kan worden door jeugdigen met een bipolaire stoornis. Vanuit mijn ervaring als kinder- en jeugdpsychiater met adolescenten met een bipolaire stoornis en hun ouders, vind ik de rauwe beschrijving van zijn psychotische belevenissen en zijn seksuele ongeremdheid te confronterend om in een eerste stadium van de stoornis als materiaal voor psychoeducatie aan te bevelen. Voor de ouders van een adolescent bij wie de diagnose bipolaire stoornis is gesteld, start een traject van rouwverwerking en acceptatie. Als zij de genoemde belevingen en voorvallen die Overduin zo gedetailleerd beschrijft, beluisteren, kan dit veel angst induceren. Met andere
woorden: de verwardheid bij de jongere bij wie recent de diagnose bipolaire stoornis is gesteld, is eveneens aanwezig bij de ouders. Beide luister-dvd’s zijn uitstekend materiaal om (gedeeltelijk) te gebruiken voor psycho-educatie, maar ook in het kader van onderwijs aan (ggz-) hulpverleners, inclusief psychiaters in opleiding.
M.H.J. Hillegers