Cognitive-Behavioral Therapy for PTSD. A Case Formulation Approach. In de serie Guides to Individualized Evidence-Based Treatment
Voor therapeuten is de behandeling van patiënten met posttraumatische stressstoornis (ptss) en daarnaast één of meerdere comorbide problemen zoals borderlinepersoonlijkheidsstoornis of boulimia nervosa, een uitdaging. Zayfert en Becker hanteren voor deze patiënten een cognitief-gedragsmatige benadering toegespitst op de unieke persoonlijke eigenschappen en omstandigheden van de patiënt (case formulation approach). Na een beschrijving van relevante onderzoeksgegevens uit behandelstudies concluderen zij dat de cognitieve gedragstherapie (cgt) waarbij men exposure (in vivo én imaginair) combineert met cognitieve herstructurering de beste resultaten geeft. Aan de hand van onderzoeksbevindingen beargumenteren de auteurs, zij het enigszins summier, waarom zij andere cgt-vormen, zoals eye movement desensitization and reprocessing (emdr), niet standaard gebruiken bij behandelingen. Vervolgens beschrijven zij verschillende cognitieve en gedragsmatige (leer)modellen entheorieën aangaande de conceptualisering en etiologie van angst in het algemeen en ptss in het bijzonder. Daarmee nodigen zij de lezer uit tot een cognitief-gedragsmatige ‘denkwijze’. De daaropvolgende hoofdstukken bieden bouwstenen voor het ontwerpen van een geïndividualiseerd, maar evidence-based behandelplan. Dit illustreren de auteurs op heldere wijze aan de hand van voorbeelden uit hun eigen klinische praktijk. Daarbij worden patiëntspecifieke idiografische hypotheses geïntegreerd met meer algemene nomothetische formuleringen. De auteurs besteden daarbij terecht ook aandacht aan zorgvuldige diagnostiek van zowel ptss als bijkomende problematiek en stoornissen door middel van valide gestructureerde interviews. Zij benadrukken dat het bepalen van een juiste focus van de behandeling en een goede volgorde van de behandelstrategieën van belang zijn bij deze groep patiënten met ‘gecompliceerde’ ptss. Zij geven meerdere voorbeelden hoe men een dergelijk ‘gelaagd’ behandelplan kan opzetten en voorbereiden. Daarbij beschrijven zij ook factoren die onontbeerlijk zijn voor een goede start en voortgang van de behandeling, onder andere de therapeutische relatie en praktische punten zoals dekking van 90-minutensessies door zorgverzekeraars. In vier aparte hoofdstukken bespreken de auteurs op gedetailleerde wijze de uitdagingen en valkuilen in de uitvoering van de belangrijkste facetten van de cgt-behandeling, te weten psychoeducatie, voorbereiding op exposure, exposure in vivo, imaginaire exposure en cognitieve herstructurering. Dit doen zij aan de hand van transcripties van therapiefragmenten. Voor de lezer is het prettig dat er hierbij steeds aandacht is voor de persoonlijke context van de individuele casus. Ook is het nuttig dat in een van de laatste hoofdstukken handvatten worden geboden voor de aanpak van bijkomende problematiek, zoals de dialectische gedragstherapie van Linehan. Het boek is een uitstekend naslagwerk voor therapeuten die cgt hanteren in de behandeling van patiënten met gecompliceerde ptss.
A.B. Witteveen