Religieuze psychopathologie als uitdaging voor het ziektebegrip
achtergrond Anders dan vaak wordt
gedacht komen religieuze ervaringen en voorstellingen
vaak voor bij psychopathologie. Dit geldt in
het bijzonder voor schizofrenie, depressie en de
obsessieve compulsieve stoornis. In sommige
gevallen zijn de religieuze ervaringen, voorstellingen
en gedragingen zelfs het eerste of belangrijkste
symptoom.
doel Beantwoording van de vraag of het
ziektebegrip zoals dat in de introductie van de
dsm-iv wordt beschreven toereikend is om normale
religieuze verschijnselen te onderscheiden
van psychopathologie. Beantwoording van de
vraag welke rol het begrip 'ziekte-inzicht' speelt in
de afgrenzing tussen normaliteit en psychopathologie.
methoden Met behulp van filosofisch
veldwerk wordt een grondige conceptuele analyse
geboden aan de hand van enkele casus; de conceptuele
analyse wordt gerelateerd aan zes van de
meest toonaangevende modellen van ziekte.
resultaten De criteria voor ziekte in de
dsm-iv bieden enig houvast, maar schieten op
beslissende punten toch tekort. Vanuit de conceptuele
analyse komen enkele weinig beschreven
criteria naar voren. De notie 'ziekte-inzicht' is tot
op zekere hoogte bruikbaar, maar het gebruik
ervan kent juist met betrekking tot religieuze verschijnselen
ook grenzen.
conclusie De criteria voor ziekte in de
dsm verdienen aanvulling - er worden enkele
additionele criteria voorgesteld. Er zijn grenzen
aan het gebruik van het concept 'gebrekkig ziekteinzicht'
als criterium voor ziekte. De grens zou
daar kunnen worden getrokken waar de betrokkene
welbewust geen rekening houdt met feit dat
de arts (of iemand anders in de omgeving)
bepaalde feiten of klachten anders interpreteert.