Verstoorde dopamineafgifte in het ventrale striatum bij het syndroom van Gilles de la Tourette: een PET-studie
achtergrond De pathofysiologie van
het syndroom van Gilles de la Tourette (gts) is
nog onvoldoende opgehelderd, maar verondersteld
wordt dat afwijkende dopaminerge neurotransmissie
een rol speelt. Dopamineafgifte kent
een tonische (constante lage concentratie dopamine)
en fasische component (door activiteit
gemedieerde kortdurende dopamineafgifte).
doel Het toetsen van de hypothese dat
tics bij gts ontstaan door een disbalans in de
tonisch-fasische dopamineafgifte.
methoden Twaalf medicatievrije gts-patiënten,
zonder psychiatrische comorbiditeit en
twaalf gematchte controlepersonen ondergingen
twee pet-scans met de radioligand [11C]
raclopride. De non-displaceable Binding Potential van
[11C]raclopride (bpnd) geeft een indicatie van het
beschikbare tonische dopamine in de
synapsspleet. Amfetaminetoediening leidt tot
dopamineafgifte en simuleert daarmee de fasische
respons, die gekwantificeerd wordt door het verschil
te bepalen tussen de baselinebinding en de
binding na amfetamine (displacement van [11C]
raclopride). Imagingdata werden geanalyseerd
met een Region of Interest (roi) methode en door
middel van Statistical Parametric Mapping (spm).
resultaten roi-analyse liet geen significante
verschillen zien tussen gts-patiënten
en controlepersonen wat betreft bpnd bij baselinemeting,
maar een verhoogde displacement van
[11C]raclopride in de posterieure nucleus caudatus
bij gts-patienten ten opzichte van controlepersonen
(indicatief voor een verhoogde fasische dopaminerespons).
spm-analyse liet echter zowel een
hogere baseline-bpnd zien als een hogere [11C]
raclopride displacement bij controlepersonen dan
bij gts-patiënten, bilateraal in het putamen en in
de rechter nucleus caudatus. In beide analyses was
toename van tics na amfetaminetoediening gecorreleerd
aan verhoogde displacement in het ventrale
striatum.
conclusie roi- en spm-analyses leidden
tot strijdige resultaten. Dit kan mogelijk verklaard
worden door een mismatch tussen de vooraf
gedefinieerde roi's en de in spm gevonden voxels.
De spm-resultaten geven ondersteuning voor een
verhoogde tonische en niet zozeer fasische dopaminerespons
bij gts-patiënten; echter een verhoogde
fasische dopaminerespons in het ventrale
striatum lijkt wel samen te hangen met een toename
van tics.