Wittestofschade, maar niet hippocampusatrofie of corticale atrofie, verslechtert het cognitief functioneren tijdens ECT bij depressieve ouderen
achtergrond Elektroconvulsieve therapie
(ect) is een belangrijke behandeling bij
depressieve ouderen. Cognitieve stoornissen tijdens
en na ect zijn dusdanig belangrijke bijwerkingen
van ect dat behandeling soms gestaakt
wordt. Wittestofschade, hippocampusatrofie of
corticale atrofie beïnvloeden mogelijk deze cognitieve
bijwerkingen.
doel In deze studie wordt gezocht naar
aanwijzingen of schade in het brein gepaard gaat
met cognitieve stoornissen tijdens en na ect.
methoden In een klinisch cohort van 81
ouderen met een gemiddelde leeftijd van 74 jaar en
een unipolaire depressie werd een mri vervaardigd
en gescoord voor de start van ect. Wittestofschade
werd gemeten met de Age-Related White
Matter Changes-schaal en de Fazekas-schaal, hippocampusatrofie
werd gemeten met de Medial
Temporal Lobe Atrophy-schaal en corticale atrofie
met de Global Cortical Atrophy-schaal. De ernst van
de cognitieve stoornissen werd wekelijks gemeten
met behulp van de score op de mini mental-state
examination (mmse).
resultaten Voor ect was de mediane
mmse-score 27 punten, na ect 28 punten.
Depressieve patiënten met wittestofschade lieten
een grotere daling in het cognitief functioneren
zien tijdens ect dan patiënten zonder wittestofschade
(vier punten afname in mmse-score bij de
patiënten met wittestofschade vergeleken met
twee punten afname bij de patiënten zonder wittestofschade,
p = 0,03). Na ect was er geen verschil
in mmse-score tussen patiënten met en zonder
wittestofschade (p = 0,4). Er was geen relatie tussen
daling in mmse tijdens en na ect en hippocampusatrofie
of corticale atrofie.
conclusie Wittestofschade, maar niet
hippocampusatrofie of corticale atrofie, verslechtert
het cognitief functioneren tijdens ect bij
depressieve ouderen. Na ect normaliseert de cognitieve
functie weer, ook al is er sprake van wittestofschade,
hippocampusatrofie of corticale atrofie.
Deze bevindingen laten zien dat bepaling van
wittestofafwijkingen kan bijdragen aan de voorspelling
van cognitieve problemen bij ect bij
oudere ernstig depressieve patiënten.