Blijvende cognitieve stoornissen en wittestoflaesies bij depressieve ouderen
achtergrond Ouderen met depressie
hebben vaak cognitieve stoornissen in het geheugen,
de uitvoerende functies en snelheid van informatieverwerking.
Bovendien worden er regelmatig
wittestoflaesies gevonden, maar ook andere
structurele afwijkingen zoals hippocampusatrofie.
doel Het doel van deze studie was om na
te gaan in hoeverre de cognitieve stoornissen van
blijvende aard zijn en of ze met structurele hersenafwijkingen
samenhangen.
methoden Een cohort van 67 ouderen
met dsm-iv-depressie en 36 gezonde ouderen ≥
60 jaar hadden een neuropsychologisch onderzoek
(geheugen, executieve functies, snelheid van
informatieverwerking) bij baseline en 6, 18 en 48
maanden later. Bovendien werden cortisolconcentraties,
de mate van wittestoflaesies en het volume
van de totale hersenen, de frontaalkwab en de hippocampus
bepaald. De invloed van de ernst van
depressie gemeten met de Montgomery-Åsberg
Depression Rating Scale (madrs), remissiestatus
(ja/nee), medicatie en leeftijd van ontstaan op
crosssectionele cognitie en de samenhang met
hersenafwijkingen werd getest in lineaire regressiemodellen.
resultaten Patiënten presteerden
slechter dan controlepersonen op alle drie de cognitieve
domeinen en op alle meetmomenten. Dit
patroon was onafhankelijk van remissiestatus,
ernst van de depressie en medicatiegebruik. Patiënten
met laat ontstane depressie (≥ 60 jaar) vertoonden
tekenen van cognitieve achteruitgang.
Cognitief functioneren na achttien maanden was
geassocieerd met wittestoflaesies, maar niet met
cortisolconcentraties of het volume van de totale
hersenen, de frontaalkwab of de hippocampus.
conclusie De cognitieve stoornissen
bij depressieve ouderen zijn van blijvende aard
ondanks remissie van stemming. Vasculaire
pathologie lijkt hieraan ten grondslag te liggen.