Cardiovasculaire ziekte, een risicofactor voor apathie op oudere leeftijd?
achtergrond Zowel cardiovasculaire
ziekte (cvz) als apathie komen op oudere leeftijd
veelvuldig voor. Hoewel cvz vooral in verband is
gebracht met depressie op oudere leeftijd, wordt
in de meeste longitudinale studies deze relatie niet
bevestigd. Mogelijk voorspelt cvz niet depressie
maar vooral apathie, omdat er waarschijnlijk een
overschatting is van depressie en een onderschatting
van apathie op oudere leeftijd.
doel Nagaan of cvz een voorspeller is
voor apathie op oudere leeftijd.
methoden In de Leiden-85-Plus Studie,
een longitudinaal onderzoek naar determinanten
en uitkomsten van somatisch, cognitief en psychisch
functioneren onder vijfhonderd ouderen
van 85 jaar en ouder in de algemene bevolking,
werd onderzocht of cvz (myocardinfarct, angina
pectoris, myocardischemie bij ecg, claudicatio
intermittens dan wel een voorgeschiedenis van
arteriële chirurgie) bij baselinemeting een voorspeller
is voor het ontstaan van apathie zoals
gemeten met de apathie-items van de 15-itemversie
van de Geriatric Depression Scale (gds-15), onafhankelijk
van depressieve symptomen, in de vijf
jaar erop volgend.
resultaten Van de vijfhonderd ouderen
hadden er 68 (14%) zowel apathie als depressie,
76 (15%) alleen depressie, 69 (14%) alleen apathie, en
287 (57%) noch apathie noch depressie. Bij baselinemeting
hadden de 69 ouderen met apathie maar
zonder depressie meer cvz dan de 287 ouderen die
vrij waren van apathische en depressieve symptomen.
Bij deze 287 ouderen zonder apathie en
depressie bleek iedere extra cvz bij baselinemeting
geassocieerd met een toename van apathische
maar niet van depressieve symptomen gedurende
de vijf jaar follow-up. De resultaten veranderden
niet na correctie voor geslacht, depressiescore bij
baselinemeting, niveau van opleiding, score op de
mini mental-state examination (mmse), en aanwezigheid
van chronische ziekten, en evenmin na
exclusie van cva.
conclusie Cardiovasculaire ziekte
voorspelt apathie maar niet depressie bij de oudste
ouderen in de algemene bevolking. Voorkómen
van cardiovasculaire ziekte heeft ook voor preventie
van neuropsychiatrische ziekten op oudere
leeftijd waarschijnlijk belangrijke klinische
implicaties.