EPISCA-EGT: Een fMRI-pilotstudie naar een aangepast emotiegericht paradigma
achtergrond Angst, depressie en seksueel misbruik zijn veelvoorkomende problemen van jongeren in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Op dit moment is er nog weinig bekend over afwijkingen in het neurale emotiecircuit dat verondersteld wordt veranderd te zijn bij jongeren met deze problemen. Resultaten worden gepresenteerd van een functionele-mri-taak waarmee dit neurale emotiecircuit onderzocht kan worden.
doel Nagaan of de Nederlandse aangepaste versie van het Face Attention paradigma van Pine et al. bij patiënten en controlepersonen de verwachte gedragscores en de activiteit van het neurale emotiecircuit bij verschillende condities laat zien.
methoden Onze versie van de taak is bij zes controlepersonen en zes adolescente patiënten afgenomen op een computer, en bij vijf controlepersonen en twaalf adolescente patiënten in de 3T-mri-scan. Bij alle jongeren zijn vragenlijsten, interviews en testen afgenomen om het klinisch beeld vast te stellen, comorbiditeit in kaart te brengen en emotieregulatie- en competentievaardigheden te meten. Alle jongeren zijn twaalf tot achttien jaar oud en hebben samen met hun ouders informed consent gegeven.
resultaten De eerste resultaten laten zien dat de aangepaste taak goed bij jongeren te gebruiken is. De zes controlepersonen laten gedifferentieerde scores en reactietijden zien bij de verschillende aandachtscondities en emotionele gezichten in de taak, die vergelijkbaar zijn met eerdere resultaten. Over enkele maanden zullen we ook kunnen onderzoeken: -of de adolescente patiënten verschillen van controlepersonen op scoring en reactietijden op de taak; -hoe de relatie is tussen de scores op de taak en zelfgerapporteerde emotieregulatievaardigheden; -hoe het neurale emotiecircuit geactiveerd wordt bij de controlepersonen en adolescente patiënten.
conclusie De Nederlandse versie van de Face Attention Paradigm lijkt een goed bruikbare mri-taak om het neurale emotiecircuit bij jongeren in beeld te brengen. Deze taak zal verder gebruikt gaan worden om ook veranderingen in het neurale emotiecircuit na behandeling te meten.