Modern Management of Perinatal PsychiatricDisorders
De schrijvers beogen met dit overzichtelijke boek een leemte te vullen die wordt achtergelaten door de meeste moderne psychiatrische handboeken, namelijk de herkenning en de behandeling van psychiatrische stoornissen in zwangerschap en de eerste maanden na bevalling. De auteurs, drie psychiaters, zijn allen eminente experts op het gebied van zowel klinische zorg als onderzoek. Zij beperken zich niet tot de meest voorkomende stoornis, te weten depressie, maar geven een overzicht over een breed scala van mogelijke psychiatrische morbiditeit in deze psychiatrisch gezien kwetsbare periode van aanstaande en jonge moeders. Ook is er ruim aandacht voor de beleving van psychische problemen door de (aanstaande) moeders zelf. Verder is er aandacht voor mogelijke gevolgen van psychiatrische stoornissen in zwangerschap en post partum voor de baby en andere direct betrokkenen. Klinisch handelen is waar mogelijk evidence-based en goed terug te vinden door middel van een uitgebreide index. De evidence wordt onderbouwd met een indrukwekkend aantal literatuurreferenties. Onderwerpen die de auteurs in dit boek aan de orde stellen en die niet zo snel in een psychiatrisch handboek zijn terug te vinden, zijn: psychiatrische screening van zwangeren, misbruik van middelen tijdens de zwangerschap, angststoornissen, maar ook ontwenningsverschijnselen bij de pasgeborene. Dit handzame boekje heeft ook een aantal nadelen. Allereerst is het geheel gericht op het Verenigd Koninkrijk, wat betreft zowel specifieke problemen als mogelijk te raadplegen hulpverlenende instanties. Op het gebied van medicatiegebruik hebben de auteurs zich laten verleiden om zich enerzijds te beperken tot vage adviezen zoals: schrijf de laagst effectieve dosis voor over een zo beperkt mogelijke periode, en anderzijds geven zij juist erg stellige adviezen over medicamenten van voorkeur. Zo adviseren zij fluoxetine als selectieve serotonineheropnameremmer van eerste keus; de zwangere kan dit medicament echter niet gebruiken wanneer zij na de bevalling borstvoeding wil geven gezien het risico op stapeling bij de pasgeborene door de lange halfwaardetijd van dit middel. Het was beter geweest om in plaats van een specifiek medicatieadvies de lezer te helpen zelf samen met de patiƫnt een afweging te leren maken. Over het algemeen is er geen medicament dat eerste keus is, maar hangt de keuze af van factoren zoals individuele farmacologische voorgeschiedenis, specifiek bijwerkingenprofiel van een medicament en bijvoorbeeld de wens om borstvoeding te gaan geven. Inzichten over mogelijke effecten voor moeder en kind van al of niet instellen van een psychiatrische behandeling veranderen snel als gevolg van de gestaag verschijnende publicaties op dit gebied. Het is voor de medicus practicus niet altijd eenvoudig om gepubliceerde onderzoeksresultaten te vertalen naar een afgewogen advies voor de individuele zwangere. De eerder genoemde uitgebreide referentielijst is daarbij geen hulpmiddel, want bij het ter perse gaan van dit boek is de gerefereerde literatuur al minimaal drie jaar oud. Als laatste: zwangerschap en psychiatrie vormen bij uitstek een multidisciplinair onderwerp, waarbij de inbreng van zowel de obstetricus als de kinderarts onontbeerlijk is in het komen tot een afgewogen advies en behandelaanbod. Zelfs eminente schrijvers als die van dit boek kunnen daar geen vervanging voor zijn, sterker nog, zij laten een kans lopen om de lezer mee te nemen in een daadwerkelijke zinvolle interactie tussen medische disciplines ten bate van de zwangere en jonge kraamvrouw en hun direct betrokkenen. Al met al is dit een overzichtelijk boek, dat hoewel het een aantal beperkingen heeft, aanbevelenswaardig is voor de dagelijkse praktijk.
A. Honig