Sexual Offenders. Personal Construct Theory and Deviant Sexual Behaviour
Horley is forensisch psycholoog die als universitair hoofddocent verbonden is aan de universiteit van Alberta, Canada. Hij is gespecialiseerd in de toepassing van de personal construct theory of pct (Kelly 1955) binnen een forensisch kader en bracht eerder al een meer algemeen boek uit over pct als invalshoek bij forensisch werk: Personal construct perspectives on forensic psychology (2003, besproken in dit tijdschrift in 2004, p. 477). In deze nieuwe uitgave vernauwt hij het gebruik van pct tot het werken met daders van seksuele delicten. Behalve uit zijn academische ervaring kan hij daarbij putten uit 20 jaar praktijkervaring. Het boek telt 118 pagina's en is opgedeeld in 7 hoofdstukken. Het eerste inleidende hoofdstuk schetst de huidige stand van zaken wat therapeutische technieken betreft voor seksuele delinquenten en de plaats van pct daarbinnen. Vervolgens zijn er hoofdstukken over negatieve etikettering door de plegers zelf, het belang van macht en sociale verhoudingen binnen de mogelijke constructen en bespreekt de auteur de verschillende technieken van pct, zoals repertory grid, fixed-role therapy en personal projects matrix. Hoofdstukken 5 en 6 zijn meer toegepast en gericht op assessment en indicatiestelling, maar bevatten ook verschillende uitgewerkte voorbeelden van therapieën. In een laatste hoofdstuk komt hij tot conclusies over de mogelijke meerwaarde van pct in dit specifieke vakgebied. Ook geeft hij algemene aanbevelingen voor werken met seksuele delinquenten. Daarbij gaat het onder meer over identificatie van subgroepen bij daders en de behoefte aan meer effectiviteitsonderzoek. Horley probeert vooral een tegenwicht te bieden tegenover de toenemende biologische invulling van psychisch functioneren; deze benadering ziet hij vooral als deterministisch. Via pct denkt hij meer verantwoordelijkheid, maar ook meer perspectief op verandering te kunnen bieden aan de doelgroep. Het boek geeft een goede stand van zaken en geeft pct een correcte plaats binnen de waaier van therapeutische mogelijkheden bij daders van seksuele delicten. Ondanks de vele onderzoeksgegevens die aan bod komen, kaart Horley ook de vele openstaande vragen en de noodzaak van verder onderzoek aan. Het is geen werkboek en het lijkt me vooral interessant voor mensen die met seksuele delinquenten werken en pct als alternatief willen onderzoeken of net op zoek zijn naar alternatieven.
T. Marquant