Geslachtsverschillen bij depressie: het routine outcome monitoring (rom) baselinecohort
achtergrond Hoewel noch in de diagnostische criteria van de dsm-iv noch in internationale behandelrichtlijnen voor depressie onderscheid gemaakt wordt tussen mannen en vrouwen, zijn er in de literatuur sterke aanwijzingen te vinden voor geslachtsverschillen op symptoomniveau, in het beloop en in comorbiditeit van de depressieve stoornis. De huidige literatuur is echter gebaseerd op bevolkingsonderzoek en geselecteerde behandelpopulaties. Aangezien het bekend is dat symptoomprofielen van depressie de keuze voor therapie kunnen beïnvloeden, kunnen geslachtsverschillen therapeutische consequenties hebben.
doel Doel van deze studie is het beschrijven van geslachtsverschillen in een groot naturalistisch cohort van tweede- en derdelijnspatiënten met een depressieve stoornis.
methoden Getrainde testverpleegkundigen onderwierpen 3798 poliklinische patiënten die vanwege een mogelijke stemmings-, angst- of somatoforme stoornis waren verwezen naar Rivierduinen of het Leids Universitair Medisch Centrum aan een uitgebreide serie psychometrische en diagnostische vragenlijsten in het kader van routine outcome monitoring (rom). dsm-iv-diagnoses werden vastgesteld met het mini-Plus diagnostisch interview. Bij de eerste meting hadden 1637 patiënten een depressieve stoornis.
resultaten Van 1263 patiënten waren alle gegevens beschikbaar voor analyse: 448 mannen (35,5%) en 815 vrouwen (64,5%). Vrouwen scoorden hoger dan mannen op de Beck Depression Inventory (bdi-ii) een zelfrapportage-instrument dat de ernst van depressie meet, terwijl geen verschil in ernst werd gevonden bij meting met de Montgomery Äsberg Depression Rating Scale (madrs), een observatieschaal. Atypische kenmerken van depressie kwamen vaker voor bij vrouwen. Comorbide posttraumatische stressstoornis en boulimia nervosa kwamen vaker voor bij vrouwen. Mannen hadden vaker een comorbide sociale fobie, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) of alcohol/middelenmisbruik of -afhankelijkheid.
conclusie In dit naturalistische cohort van 1253 patiënten met een depressieve stoornis bestonden duidelijke geslachtsverschillen. Overige resultaten en conclusies worden op de poster gepresenteerd.