Autisme of miskenning van somatiek door tegenoverdracht
toelichting Een meisje van acht jaar is verwezen op advies van de kinderarts, die geen somatische verklaring kon vinden voor de klachten van vermoeidheid, extreme vooral nachtelijke angsten, aanklampend gedrag aan moeder, contactproblemen en lichaamsverandering. Een pubertas praecox werd uitgesloten. Het toestandsbeeld voldeed aan een autismespectrumstoornis; zorgvuldige anamnese echter liet een knik in de ontwikkeling zien bij zeven jaar, aansluitend aan een zomervakantie in Zwitserland. Bij verlengd psychiatrisch onderzoek leken er momenten van een verlaagd bewustzijn te zijn. De ouders, met name de moeder, maakten zich ernstige zorgen. Hoewel deze hoogopgeleide ouders openstonden voor een psychiatrische verklaring, drongen zij aan op somatisch onderzoek, in het bijzonder naar de ziekte van Lyme. Hieraan hechtte de kinderarts geen waarde, en ook na veelvuldig aandringen wilde hij hier geen bloedonderzoek naar laten doen. Ingegaan wordt op de mechanismen die hieraan ten grondslag zouden kunnen liggen. Na overleg met de betreffende kinderarts en huisarts, kon de kinderarts overtuigd worden van de zin van het onderzoek naar de ziekte van Lyme. Na vaststelling van de bloedwaarden die pasten bij een doorgemaakte ziekte van Lyme, bleek de kinderarts- patiënt/ouderrelatie dermate verstoord dat de kinderarts geen adequate behandeling toepaste. Samen met ouders werd een kinderneuroloog ingeschakeld die goed bekend was met de ziekte en deze stelde een neuroborreliose vast. Anderhalf jaar na dato van het infect in Zwitserland werd een intensieve antibiotische behandeling ingezet. Het meisje knapt op, en hoewel bij vermoeidheid nog steeds forse nachtelijke angsten, passend bij delier kunnen voorkomen, functioneert zij op sociaal gebied weer veel beter. Als restprobleem bestaat er echter narcolepsie, welke behandeld wordt met methylfenidaat met redelijk resultaat. Voorgaande ervaringen maken dat ouders zelf blijven zoeken naar mogelijkheden om de restverschijnselen te verminderen. Weer dreigt er tegenoverdracht te ontstaan bij de somatische collega's. De rol van de kinderpsychiater als mediator wordt besproken. Deze casus wordt, met toestemming van ouders, geïllustreerd met beeldmateriaal.