Neurocognitief functioneren als endofenotype en voorspeller van functioneren bij de bipolaire stoornis
achtergrond Lang werd verondersteld dat cognitieve disfuncties bij de bipolaire stoornis zich beperken tot de ziekte-episodes. Er bestaat nu overtuigend bewijs dat ook in de euthyme fase cognitieve stoornissen bestaan (Arts e.a. 2008) en er wordt gesuggereerd dat cognitie kan dienen als endofenotype voor de stoornis, net als bij schizofrenie. Bij schizofrenie hangt cognitief functioneren sterk samen met het psychosociaal functioneren van patiënten.
doel Gezien de overlap tussen bipolaire stoornis en schizofrenie op meerdere domeinen, is het zinvol te onderzoeken of cognitie eenzelfde voorspellende rol heeft op functioneren bij patiënten met een bipolaire stoornis, rekening houdend met de invloed van residuele symptomatologie.
methoden Neurocognitief functioneren (verbaal geheugen, aandacht en executief functioneren), symptomatologie en psychosociaal functioneren werden gemeten bij patiënten met een bipolaire stoornis (n = 76), hun eerstegraads familieleden (n = 37), en gezonde controlepersonen (n = 61). Aan de hand van multipele regressieanalyses werd gekeken of groepstatus geassocieerd is met cognitief functioneren en werden in de patiëntgroep associaties tussen symptomen, cognitie en psychosociaal functioneren onderzocht.
resultaten Euthyme bipolaire patiënten toonden cognitieve stoornissen in verschillende domeinen; de prestatie van eerstegraads familieleden was vergelijkbaar met die van de controlegroep. Er werden significante associaties gevonden tussen prestatie op een verdeelde-aandachtstaak en psychosociaal functioneren. Depressieve symptomen waren echter sterker geassocieerd met functioneren dan cognitie.
conclusie Op basis van deze gegevens bestaat er geen sterk bewijs dat cognitie een endofenotype is voor de bipolaire stoornis. Hoewel functioneren op een complexe aandachtstaak geassocieerd is met psychosociaal functioneren, lijken subklinische depressieve symptomen een sterkere voorspeller van functioneren te zijn. Dus, hoewel bipolaire stoornis en schizofrenie overlap vertonen in de aanwezigheid van cognitieve stoornissen, lijken deze bij de bipolaire stoornis niet sterk samen te hangen met de kwetsbaarheid voor de ziekte en hebben ze een minder grote invloed op psychosociaal functioneren dan depressieve symptomen.