Een familieonderzoek bij obsessieve compulsieve stoornis
achtergrond Familieonderzoek bij psychiatrische aandoeningen wordt weinig gedaan in Nederland. Dat is jammer omdat families een krachtige informatiebron vormen om inzicht te krijgen in de specifieke genen en omgevingsfactoren (zowel gezinsachtergrond als gebeurtenissen die de individuen binnen het gezin zelf meemaken) die betrokken zijn bij de aandoening en hun interactie. Ook is familieonderzoek heel geschikt voor het bestuderen van endofenotypes: stabiele kenmerken van een aandoening die los staan van de symptomen, die mee-erven met de aandoening en die wellicht wat dichter bij de ziekteoorzaak zelf staan.
doel Wij zijn gestart met een familieonderzoek dat tot doel heeft om (1) individuele, specifieke en gezinsomgevingsfactoren te bestuderen die ocd-klachten in stand houden of doen afnemen en (2) endofenotypes te bestuderen die betrokken zijn bij ocd.
methoden Van ocd-patiënten die meedoen in een belooponderzoek bij ocd (de nocda-studie) zijn niet-aangedane broers/zusters en de ouders uitgenodigd om vragenlijsten in te vullen over zowel psychopathologie van henzelf, als over leefwijze, levensgebeurtenissen, gezin van herkomst en - bij de ouders - over opvoedingsaspecten en ontwikkelingsaspecten van de beide kinderen die meedoen aan het onderzoek. Verder worden bij de patiënten en hun niet-aangedane broer/zuster neuropsychologische en experimenteel psychologische testen afgenomen, waarvan sommige in een scanparadigma.
resultaten Onze verwachtingen ten aanzien van de uitkomst en de eerste resultaten van het pilotonderzoek worden gepresenteerd.
conclusie We verwachten in dit onderzoek zowel een aantal individuspecifieke factoren te vinden die de patiënt van zijn of haar gezonde broer/zus onderscheiden, als ook een aantal gemeenschappelijke factoren tegen te komen met betrekking tot planning, geheugen en cognitieve flexibiliteit, die ten grondslag liggen aan dwangklachten in het algemeen. Eerste gegevens worden gepresenteerd.