Voor welke patiënten heeft ACT effect?
achtergrond Patiënten in modelgetrouwe act-teams laten meer verbeteringen zien dan patiënten in minder modelgetrouwe actteams (Van Vught & Kroon, dit symposium). In modelgetrouwe act-teams verbeteren echter niet alle patiënten. Wanneer we weten wie wél en wie niet verbetert, kunnen we het act-model optimaliseren.
doel Het ontdekken van kenmerken van patiënten in act-teams die wel en die niet verbeteren.
methoden Door middel van Routine Outcome Monitoring is bij patiënten in vijf actteams gedurende twee jaar het beloop van symptomen en functioneren gevolgd (HoNOS). Door middel van multilevelanalyses is onderzocht welke kenmerken van de patiënten bij de start van act het beloop konden voorspellen.
resultaten De gegevens betroffen 637 metingen bij 139 patiënten die gemiddeld 27 maanden gevolgd zijn. De gemiddelde leeftijd was 38 jaar en 72% van de patiënten had een psychotische stoornis. Middelenmisbruik, oudere leeftijd, problemen met motivatie voor behandeling en een lagere opleiding voorspelden een slechter beloop van de HoNOS-scores (exclusief item 3 met betrekking tot middelengebruik). Ook waren er verschillen tussen mannen en vrouwen in die zin dat vrouwen een beter (HoNOS-)beloop lieten zien.
conclusie Om de effecten van act op symptomen en functioneren te verbeteren, lijkt extra inzet op gebied van verslavingszorg en motiverende technieken nodig. Speciale aandacht voor patiënten met lager opleidingsniveau is gewenst.