Rom op het niveau van patiënt, behandelaar en behandelteam
achtergrond In de ggz is er een groeiende behoefte om zicht te krijgen op het resultaat van eigen therapeutisch handelen. Routine outcome monitoring (rom) is daarvoor een geschikt instrument. Een aantal instellingen werkt al sinds 2002 met rom. Met rom worden de uitgangssituatie en de uitkomst van behandelingen in de klinische praktijk gemeten bij patiënten met stemmings-, angst- en somatoforme stoornissen in ambulante zorg. rom-medewerkers meten bij deze patiënten periodiek allerlei aspecten van hun psychisch functioneren met vragenlijsten en (zelf)beoordelingsschalen. Resultaten van rom worden aan de behandelaar teruggekoppeld en deze kan de gegevens gebruiken in zijn evaluaties met de patiënt.
doel Overzicht krijgen van verwachtingen ten aanzien van rom en de mogelijkheden en beperkingen van rom op niveau van patiënt, behandelaar en behandelteam. Dit laatste zal ondersteund worden door het bespreken van praktijkvoorbeelden.
methoden Onder behandelaren met verschillende therapeutische achtergronden werden met tussenpozen enquêtes gehouden over de verwachtingen van rom. Ook werd bij een steekproef van 300 patiënten in een van de deelnemende centra de mate van toepassing van zorgprogramma's en rom onderzocht.
resultaten Na aanvankelijke scepsis blijken veel behandelaren voordelen van rom te ervaren. In het centrum van de steekproef blijkt dat rom-metingen bij intake nu bij bijna alle patiënten plaatsvinden. Data van de intakemeeting worden nu standaard bij de behandelplanbespreking gebruikt. Vervolgmetingen vinden echter maar bij de helft van de patiënten plaats.
conclusie rom blijkt in de dagelijkse behandelpraktijk waardevol voor patiënt en behandelaar en maakt inmiddels een geïntegreerd onderdeel van de intake uit. Vervolgmetingen behoeven echter nog aandacht.