Religie en depressieve symptomen bij Amsterdammers: een vergelijking tussen autochtonen en allochtonen, christenen en moslims
achtergrond Onder hulpverleners in de ggz bestaat regelmatig onzekerheid over de culturele en religieuze achtergrond van allochtone groepen, zeker waar het moslims betreft.
doel Hoe verhoudt zich de religieuze beleving in de vorm van positieve en negatieve religieuze coping (respectievelijk steun ondervinden aan en afreageren op religie) tot depressieve klachten in verschillende etnische groepen in Nederland? Zijn er cultuuroverstijgende patronen te onderscheiden? methoden Gegevens zijn afkomstig uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004/2005 met respondenten met herkomst in Nederland (202 onkerkelijk, 100 kerkelijk), Marokko (183), Turkije (195), en Suriname / Nederlandse Antillen (51 kerkelijk). Religieuze coping werd gemeten met een 10-itemversie van Pargaments Brief rcope, en depressieve symptomen met de scl-90-R.
resultaten De positieve religieuze copingitems vormden een subschaal met toereikende schaalkenmerken in iedere groep. De negatieve copingitems bleken geen samenhangende schaal te vormen, en werden daarom verder apart onderzocht. In de meeste groepen waren de scores voor positieve religieuze coping hoger dan die voor negatieve religieuze coping. Positieve coping hing niet samen met depressieve symptomen in de verschillende etnische groepen. Wat betreft de afzonderlijke negatieve religieuze copingitems werd de meest consistente samenhang met depressieve symptomen gevonden voor het item 'zich verlaten weten door God' (als interpretatie van moeilijke gebeurtenissen). Dit was nog sterker het geval voor de 55+-ers. Significante samenhangen met schuldattributie en boosheid-naar-God-uiten kwamen in meerdere subgroepen voor. Bidden ging, alleen onder Marokkaanse respondenten, samen met beduidend lagere depressiescores.
conclusie Hoewel positieve religieuze coping veel wordt onderschreven door moslims en christenen, is de wisselwerking met depressieve klachten niet duidelijk - dit vergt wellicht een prospectieve aanpak. Zich verlaten weten door God blijkt sterk aan depressieve symptomen gerelateerd, zowel voor autochtone Amsterdammers als allochtone Amsterdamse moslims. Hier doemt de contour op van depressie als een existentieel vacuüm, ongeacht de religieuze achtergrond.