Meer angst-depressiecomorbiditeit bij Turkse en Marokkaanse Amsterdammers
achtergrond De behandeling van depressieve en angststoornissen bij allochtone patiënten lijkt vaak slechts beperkte resultaten op te leveren. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze stoornissen langduriger, ernstiger of complexer van aard zijn in vergelijking met autochtone patiënten.
doel Bepalen of Turkse en Marokkaanse Amsterdammers meer comorbiditeit van een angststoornis en een depressieve stoornis hebben dan autochtone Amsterdammers.
methoden Gegevens zijn afkomstig uit de Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004/2005, waarbij 725 Turkse en Marokkaanse migranten en autochtonen deelnamen aan een gestructureerd interview in de eigen taal. Volledige dsm-iv-diagnoses gebaseerd op de Composite International Diagnostic Interview, versie 2.1, werden verkregen van 698 respondenten: 307 Nederlanders, 205 Turkse immigranten en 186 Marokkaanse immigranten (1e en 2e generatie).
resultaten Comorbiditeit van een 1-jaars angststoornis en een 1-jaars depressieve stoornis werd gevonden bij 2,3% van de Nederlandse respondenten, bij 9,8% van de Turkse en 3,8% van de Marokkaanse respondenten. In alle drie de groepen ging de angststoornis vaker vooraf aan de depressieve stoornis dan andersom. Bij Turkse en Marokkaanse migranten werden meer comorbide stoornissen gevonden, maar deze bleken grotendeels te verklaren uit een hogere basisprevalentie van de afzonderlijke stoornissen (bij Turken) en een grotere ernst van de depressieve stoornis (bij Marokkanen).
conclusie Ten gevolge van een hogere prevalentie en een grotere ernst is er bij Turkse en Marokkaanse Amsterdammers vaker sprake van comorbiditeit van een angststoornis en een depressieve stoornis dan bij autochtone Amsterdammers. Dit vergt een grotere behandelintensiteit (zowel farmacotherapeutisch als psychotherapeutisch) om tot herstel te komen.