Voorspellen cognitieve functiestoornissen het beloop van een depressie bij ouderen?
achtergrond Depressies bij ouderen verlopen vaak ongunstig. Kennis over risicofactoren die een chronisch beloop voorspellen is zeer schaars. De frequente comorbiditeit van cognitieve functiestoornissen bij depressieve ouderen suggereert, in ieder geval een gedeeltelijke, gemeenschappelijke pathogenese. Te denken valt aan wittestofpathologie, die geassocieerd is met traagheid in denken en mogelijk met een tragere respons op behandeling.
doel Deze studie onderzoekt de invloed van cognitieve functiestoornissen op het natuurlijk beloop van depressie bij ouderen.
methoden Binnen de Longitudinal Aging Study Amsterdam (lasa) werd bij een cohort van 309 thuiswonende ouderen een depressief syndroom geïdentificeerd (Center for Epidemiologic Studies Depression Scale (ces-d) ≥ 16); zij werden gedurende 6 jaar 14 maal vervolgd. Op basis van de opeenvolgende ces-d-metingen werden drie beloopstypen van depressie gedefinieerd. Bij de baselinemeting werden maten voor cognitief functioneren afgenomen (mini mental-state examination (mmse), de 15-woordentest voor geheugenfunctie en een aangepaste Coding Task voor snelheid van informatieverwerking). Associaties tussen de beloopstypen en cognitieve maten werden getoetst in een lineair regressiemodel met correctie voor leeftijd en opleiding.
resultaten Remissie, intermitterend en chronisch beloop werden gezien bij respectievelijk 21%, 49% en 30% van de respondenten. Na correctie bleek snelheid van informatieverwerking geassocieerd met chroniciteit (remissie versus chronisch: p = 0,019; intermitterend versus chronisch: p = 0,001). Een lagere mmse toonde een trend voor ongunstiger beloop (chronisch versus intermitterend: p = 0,067). Geheugenfunctie was niet geassocieerd met beloopstype.
conclusie Het natuurlijk beloop van depressie bij ouderen verloopt ongunstiger naarmate ze gepaard gaat met vertraging van het denken. Andere cognitieve domeinen voorspellen het beloop in beperkte mate. Traagheid in denken zou een subtype van depressies bij ouderen kunnen markeren, waarbij neurodegeneratie een belangrijke rol speelt.