Cognitive Grief Therapy. Constructing a Rational Meaning to Life Following Loss
Rouw is geen veelbesproken onderwerp binnen de psychiatrie en de (klinische) psychologie. Dat geldt a fortiori voor de pathologische vormen van rouw. Voor deze stand van zaken zijn meerdere redenen aan te geven, waarvan de belangrijkste wel is dat pathologische oftewel gecompliceerde rouw (recent in de vakliteratuur overigens aangeduid als 'prolonged grief disorder') in de dsm (nog) niet wordt gezien als een aparte psychische stoornis. Een problematisch psychisch fenomeen dat 'officieel' niet bestaat, is voor velen niet bijster interessant. Ook lijken er voor een dergelijk fenomeen geen aparte behandelingsaanpakken nodig en dus wordt er betrekkelijk weinig geschreven over (laat staan onderzoek gedaan naar) de behandeling van gecompliceerde rouw. Het is dan ook een goede gedachte geweest van Ruth Malkinson, een Israëlische clinica en onderzoekster, om hierover een boek te schrijven. Cognitive grief therapy is opgebouwd uit drie delen. In deel 1 passeren enkele cognitief-theoretische visies de revue; sommige daarvan zijn toegesneden op rouw, terwijl andere meer algemeen van aard zijn. Relatief veel aandacht is er voor de rationeel-emotieve therapie (ret) van Ellis, zoals bekend sinds een aantal jaren omgedoopt tot rebt (waarbij de B naar 'behavior' verwijst). Malkinson beschrijft op heldere wijze de kenmerkende leerstellingen van rebt, zoals de nadruk op het onderscheid tussen gepaste en ongepaste negatieve emoties, en het bestaan van zogenaamde 'secundaire emotionele problemen', namelijk problemen óver problemen, iets wat bij rouw en ook na het meemaken van een traumatische gebeurtenis vaak voorkomt. Als voorbeeld: men kan boos zijn over en/of angstig zijn door het maar blijven voortduren van eigen rouwreacties, of meer algemeen: men kan forse negatieve emoties hebben (voortspruitend uit onhandige opvattingen) over eigen problematische gevoelens of gedachten. Deel 2 vormt de kern van het boek. Hierin wordt de cognitief-therapeutische aanpak uiteengezet, rijkelijk gelardeerd met casussen. Het qua omvang bescheiden deel 3 handelt over problematische opvattingen van de therapeut zelf, die vooral bij het werken met cliënten met verstoorde rouw om de hoek kunnen komen kijken. Positief te waarderen in het boek is de voortdurende poging om theoretische modellen over (gecompliceerde) rouw te integreren met de meer traditionele cognitieve therapie van Beck en met name Ellis. De vele casuïstiek is eveneens een duidelijk pluspunt. Naar mijn smaak kiest Malkinson soms iets te veel voor de breedte, wat ten koste gaat van de diepte. Zo behandelt zij in deel 2 vrij uitvoerig afscheidsrituelen en het schrijven van een brief aan de overleden geliefde. Dit zijn beide zinnige en effectieve strategieën, maar staan toch wat ver af van de essentie van cognitieve therapie, zeker van de rebt. Maar deze opmerkingen doen niets af aan de opinie van deze recensent dat Malkinson een goed boek schreef over cognitieve therapie bij gecompliceerde rouw.
J. van den Bout