Organisatie van de Gezondheidszorg
Dit boek - volgens de uitgever in eerste instantie bedoeld voor onderwijsdoeleinden, maar zeker ook geschikt als naslagwerk voor de gevestigde professional - biedt de lezer inzicht in de structuur en het functioneren van de gezondheidszorg: hoe doorloopt de patiënt de gezondheidszorg, hoe zit de financiering van de zorg in elkaar en hoe krijgen instellingen hun geld, wat betekent marktwerking, en wat is nu kwaliteit in de gezondheidszorg? De uitgave geeft informatie over beroepen in de gezondheidszorg, over de vele verschillende instellingen voor behandeling en zorg, over preventie en bedrijfsgezondheidszorg en over patiëntenorganisaties en -wetgeving. Ook gezondheid en ziekte in Nederland blijven niet onbesproken, evenals de rol daarin van zowel de nationale als gemeentelijke overheid. De uitgave sluit af met een overzicht van belangrijke organisaties en kenniscentra in de gezondheidszorg en een lijst met afkortingen. De auteur is als universitair hoofddocent beleid en management gezondheidszorg verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht en schreef eerder over dit onderwerp. Het boek is een handzame pocket en werkt op compacte wijze encyclopedisch een groot aantal onderwerpen af, inderdaad variërend van definities van ziekte en gezondheid, beroepen in de gezondheidszorg en indeling van zorgvoorzieningen tot marktwerking, kosten en financiering van zorg en wetgeving en kwaliteit. Dat levert voor de geïnteresseerde een schat aan gedetailleerde kennis op. Een onvermijdelijk nadeel is dat deze soms al weer achterhaald is op het moment van verschijnen. Zo wordt voor de ziekenhuizen nog gesteld dat 10% van de diagnosebehandelcombinaties (dbc's) geen vaste tarieven meer kent; dat is inmiddels 20%. Bij de behandeling van de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (wgbo) wordt gesteld dat toestemming is vereist voor iedere geneeskundige behandeling; daarbij wordt verzuimd te melden dat ook onder de wgbo onder stringente voorwaarden een verrichting kan plaatsvinden ondanks weigeren en zelfs bij verzet van de patiënt, bijvoorbeeld na een auto-intoxicatie. Bij het hoofdstuk over kwaliteit valt ten slotte op dat wel certificering door hkz (Stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector, veel gebruikt in de ggz) wordt genoemd, maar niaz (Nederlands Instituut Accreditering Ziekenhuizen) onbesproken blijft. Voor iemand die snel geïnformeerd wil worden over de organisatie van de Nederlandse gezondheidszorg kan het boekje worden aanbevolen
H. Koers