Feeling the Words. Neuropsychoanalytic understanding of memory and the unconscious
Kan de psychoanalyse profiteren van de empirische bevindingen van de neurowetenschappen? Wie de psychoanalytische literatuur volgt, weet dat momenteel een debat wordt gevoerd tussen Rachel Blass en Mauro Mancia. Blass is van mening dat de neurowetenschappen geen relevantie hebben voor de psychoanalyse en haar zelfs schaden. Door zijn dubbele oriëntatie (emeritus hoogleraar in de neurofysiologie aan de universiteit van Milaan én psychoanalyticus) heeft Mancia hierover een tegengestelde visie: de neurowetenschappen kunnen volgens hem wel bijdragen aan de psychoanalytische theorie. Zo impliceert het gegeven dat de amygdala vlugger rijpt dan de hippocampus dat psychoanalytici genuanceerder denken over het onbewuste en de vroegkinderlijke amnesie. Zo kan het verdrongen onbewuste van Freud (dynamisch, gebaseerd op verdringing, afhankelijk van de hippocampus) onderscheiden worden van het niet-verdrongen onbewuste. Het neurale substraat van dit onbewuste zou gesitueerd worden ter hoogte van de posterieure associatieve gebieden van de rechter hersenhemisfeer en afhangen van verbindingen met o.a. de amygdala. Reeds vanaf de late prenatale periode worden relationele en affectieve patronen vastgelegd in het impliciete geheugen. Dit domein van het impliciete geheugen is onbewust, niet verdrongen en niet via woorden te herinneren. De vroegste ervaringen die aldaar worden opgeslagen, vormen structureel onderdeel van dit onbewuste en doen hun invloed gelden tot in het volwassen leven. Op die manier beïnvloeden ze blijvend de diepte en de emotionele kleur van latere relaties. Ze worden zichtbaar in dromen en ook via de muzikale dimensie van het spreken. Op basis van de percepties van de moederlijke hartslag, haar ademhaling en haar stem zal het kind een model van constantie, ritme en muzikaliteit opbouwen, waaromheen de eerste psychische representaties georganiseerd worden. Mancia illustreert dit met zijn gedetailleerde gevalsbeschrijvingen. Hij behandelt daarbij uiteenlopende onderwerpen zoals narcistische problematiek, erotische overdracht, geluk en psychische pijn. We lezen hoe ervaringen die in het nietverdrongen onbewuste zijn neergelegd, geactualiseerd worden in overdracht en tegenoverdracht tijdens de psychoanalytische behandeling. Verder is dit boek de moeite waard om inzicht te krijgen in de negatieve aspecten van de persoonlijkheid en de ontgoocheling die aan de basis ligt van narcistische problematiek. Wie geïnteresseerd is in de actuele psychoanalytische opvattingen over het geheugen en het interdisciplinair onderzoek van de droom, zal aan dit boek genoegen beleven.
M. Hebbrecht