Acceptatie en commitmenttherapie bij angststoornissen. Behandelgids voor het gebruik van mindfulness, acceptatie en waardengerichte gedragsveranderingsstrategieën (Vert. R. Boissevain)
Vanaf de introductie van de gedragstherapie waren twee uitgangspunten essentieel: gedragstherapie zou enerzijds een wetenschappelijke analyse bieden van gedragsproblemen, gestoeld op basaal psychologisch onderzoek, en anderzijds een behandelvorm zijn, gebaseerd op empirisch gevalideerde interventies. De traditionele gedragstherapie hield zich aan deze principes, maar leek tekort te schieten in de beschrijving van cognitieve processen. De daaropvolgende verschuiving naar de zogenaamde cognitieve gedragstherapie (cgt) kwam daaraan tegemoet, maar tegelijk werd het eerste uitgangspunt (noodgedwongen) verwaarloosd. De heersende cognitieve theorieën steunen (volgens Hayes) immers vooral op een 'informatieverwerking'- benadering die tekortschiet, bijvoorbeeld wat betreft de rol van contextuele gebeurtenissen op psychologische fenomenen. In de dagelijkse praktijk van de cgt maakt men ondertussen vaak gebruik van pragmatisch klinisch redeneren, zonder duidelijke link met een basale psychologische theorie. De acceptance and commitment therapy (act) is bedoeld als een derde generatie vorm van cgt die aan deze tekortkomingen tegemoetkomt. Ze steunt hiervoor op basaal psychologisch onderzoek uit de relational frame theory (Hayes e.a. 2006). Er is inmiddels een behoorlijke hoeveelheid literatuur die de effectiviteit van act aantoont, ook bij angststoornissen. Of act te verkiezen is boven andere therapievormen is echter vooralsnog onduidelijk. In de eerste vijf hoofdstukken van dit boek wordt de theoretische benadering van de angststoornissen vanuit act uit de doeken gedaan, met als centrale gedachte 'angst beheersen is het probleem, niet de oplossing'. Hoe meer men probeert negatieve gedachten en gevoelens onder controle te brengen, hoe meer deze angst en spanning oproepen en vermijdingsgedrag in stand houden. Cognitieve therapie is gericht op het uitdagen en veranderen van gedachten: disfunctionele gedachten moeten vervangen worden door functionele. Impliciet is deze therapie dus gericht op het verwerven van meer controle. act daarentegen is gestoeld op het aanvaarden van angstige gedachten en gevoelens en ze op een andere manier gaan beleven. In de volgende zeven hoofdstukken wordt uitgebreid en systematisch uitgelegd hoe dit er in de praktijk uitziet. In de eerste sessies wordt het vermijdingsgedrag onder de loep genomen, evenals het veranderen van de houding ten opzichte van gedachten en gevoelens. In de laatste sessies wordt gebruikgemaakt van exposuretechnieken, waardoor er toch een link is met de meer traditionele gedragstherapie van angststoornissen. Het boek wil een behandelgids zijn en is dat ook: principes worden helder uit de doeken gedaan en rijk voorzien van voorbeelden en praktische adviezen. Het taalgebruik is helder en vlot leesbaar. De auteurs presenteren act als een verbeterde vorm van cgt, die de meer traditionele vormen (klassieke gedragstherapie of cognitieve therapie) op termijn zou moeten vervangen. Hoewel inderdaad aan een aantal tekortkomingen wordt tegemoetgekomen, is die ambitie toch wat hoog gegrepen. Zo zijn de moderne leertheoretische benaderingen van de angststoornissen bijzonder interessant en veelbelovend (zie bijvoorbeeld Bouton e.a. 2001). Die zijn blijkbaar aan de auteurs voorbijgegaan.
K.R.J. Schruers