Richtlijn autisme en aanverwante contactstoornissen
Autisme en aan autisme verwante stoornissen (stoornissen uit het autismespectrum; ass) komen in vergelijking met andere psychiatrische stoornissen van de kinderleeftijd en adolescentie relatief weinig voor. Epidemiologisch onderzoek heeft echter aannemelijk gemaakt dat de prevalentie van autisme is toegenomen, waarschijnlijk door o.a. een toegenomen bewustwording en de verbreding van de diagnostische afgrenzing van autisme naar 'aan autisme verwante contactstoornissen'.
ass hebben een grote impact op de ontwikkeling en het functioneren van het kind (en hun directe omgeving) en hebben een chronisch beloop. Patiënten met ass behoeven meestal levenslang hulpverlening en speciale, dikwijls kostbare voorzieningen voor onderwijs, arbeid en wonen. ass worden binnen de dsm-iv geclassificeerd als pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Voor de diagnostiek en diagnostische classificatie van autisme zijn instrumenten voorhanden die als voldoende betrouwbaar en valide beschouwd kunnen worden. Dit geldt in veel mindere mate voor verwante contactstoornissen die binnen de dsm-iv als pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven (pdd-nos) geclassificeerd worden. Dit kan enerzijds 'onderdiagnostiek' en anderzijds ' overdiagnostiek' tot gevolg hebben.
De afgelopen jaren komen er meer behandelingsmethoden waarvan effectiviteit geclaimd wordt. Wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van behandeling bij ass ontbreekt echter bijna volledig. Vanuit diverse werkvelden is de behoefte gebleken aan een wetenschappelijk gefundeerde leidraad voor diagnostiek en behandeling van kinderen en jeugdigen met ass.
De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie, heeft het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een richtlijn. Deze richtlijn maakt deel uit van het programma Ontwikkelen en Implementeren van Richtlijnen van de Orde van Medisch Specialisten. Er is bij het tot stand komen van de richtlijn samengewerkt met het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
In deze bijblijfsessie zal aandacht gegeven aan het wordingsproces, de belangrijkste (wetenschappelijke) controversen en lacunes, en de implementatie van de richtlijn. Hierbij zal ruim gelegenheid geboden worden voor discussie.