Practice-based evidence en evidence-based practice in de psychotherapie
leerdoel Kennis en inzicht verwerven op het terrein van indicatiestelling tot en toewijzing van evidence-based psychotherapeutische behandelingen. In het interactieve gedeelte reflecteren op het voorkomen van drop-out, door aspecten zoals matching, werkzame factoren en patient-based indicatiestelling actief te verkennen en in rollenspel te ervaren.
achtergrond Evidence-based werken binnen de psychotherapie is niet zo vanzelfsprekend als sommige literatuur suggereert. Evidence-based werken is meer dan implementatie van een protocollaire werkwijze, maar impliceert tevens integratie vanuit meerdere wetenschapsterreinen en gaat uit van de vraag welke werkzame ingrediënten bijdragen tot een gunstig behandelresultaat. De kloof tussen onderzoek en wetenschappelijke kennis enerzijds en klinische ervaring anderzijds is vaak groot. Indicatiestelling, zorgtoewijzing en behandeling moeten patient-based plaatsvinden.
doel In deze workshop wordt actief gezocht naar aanknopingspunten om deze kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. In hoeverre zijn gegevens vanuit de wetenschap bruikbaar voor de klinische praktijk en in hoeverre is de wetenschap op de kliniek gebaseerd?
methode Theoretische verkenning door de workshopleiders aan de hand van een literatuurstudie over evidence-based psychotherapeutisch werken, en relevante informatie vanuit aanpalende onderzoeksterreinen (Barkham & Mellor- Clark 2003; Knapen 2008; Pally 2007). De theorie wordt gevolgd door een interactief gedeelte waarbij aan de hand van casuïstiek zal worden gediscussieerd over aspecten van onderzoek, indicatiestelling, matching en preventie van vroege drop-out, tegen de achtergrond van de toenemende noodzaak van doelmatigheid.
resultaat In de literatuur wordt de effectiviteit van diverse vormen van psychotherapie onderbouwd en krijgt doelmatigheid toenemende aandacht. Aan de zogeheten aspecifieke factoren wordt daarentegen momenteel minder aandacht besteed, terwijl ook daarover in de literatuur en vanuit de infant- en neurowetenschappen steeds beter onderbouwde gegevens voorhanden zijn.
conclusie Er komen vele gegevens beschikbaar vanuit meerdere invalshoeken, zoals diagnosegebonden onderzoek naar evidencebased medicine; methodegebonden onderzoek; onderzoek naar werkzaamheid van aspecifieke factoren; doelmatigheidsonderzoek; recente bevindingen vanuit neurowetenschappen. Deze moeten ten bate van patient-based indicatiestelling en toewijzing meer geïntegreerd worden dan heden het geval is.