Preventie van conceptuele verwarring in de psychiatrie
leerdoel Inzicht in de noodzaak en mogelijkheden van preventie van conceptuele verwarring rond kernbegrippen in de psychiatrische praktijk en het (neuro)wetenschappelijk onderzoek. Kennis van situaties waarin deze verwarring zich voordoet en de praktische gevolgen daarvan. Vaardigheden om conceptuele problemen te herkennen en enige kennis van relevante filosofische theorie.
achtergrond Eén van de boeiende aspecten van de psychiatrie is het deels conceptuele of filosofische karakter ervan. Veel psychiatrische kernbegrippen liggen niet vast en laten ruimte voor interpretatie en discussie. Een bijkomend probleem is evenwel dat conceptuele misverstanden op de loer liggen, bij zowel de praktijk van de psychiatrie, als (neuro)wetenschappelijk onderzoek.
doel Inzicht verkrijgen in de noodzaak van en mogelijkheden tot preventie van conceptuele verwarring rond kernbegrippen in de psychiatrische praktijk en wetenschappelijk onderzoek. Oefening in filosofische analyse van deze begrippen.
methode Aan de hand van praktijkvoorbeelden zal een aantal conceptuele kernbegrippen in de psychiatrie worden gepresenteerd, onder andere het psychiatrisch ziektebegrip, causaliteit, vrije wil en (neuro)wetenschap. Ook de herziene Profielschets Psychiater (nvvp 2005) wordt als bron gebruikt. Nagegaan wordt welke verwarring in het spel is of dreigt, en in hoeverre psychiaters hierin preventief kunnen optreden. De resultaten van de filosofische analyse worden vervolgens weer toegepast op de voorbeelden.
resultaat Inzicht in de mogelijkheden om conceptuele verwarring zo beperkt mogelijk te houden en enige oefening in filosofische analyse en hoe deze toe te passen op praktijksituaties.
conclusie Filosofische analyse voorkomt, tot op zekere hoogte, verwarring in de psychiatrische praktijk.