De Inference Based Approach, een nieuwe cognitieve behandeling voor patiënten met obsessieve-compulsieve stoornis, vooral bij ocs met slecht inzicht
De obsessieve-compulsieve stoornis (ocs) is een ernstige, chronisch psychiatrische aandoening waarbij obsessies en compulsies voorkomen. ocs komt voor bij 1-3% van de volwassen populatie en behoort tot de 10 meest invaliderende medische aandoeningen in de geïndustrialiseerde wereld. Slechts 50% van patiënten met ocs die zich (evidence- based) laten behandelen, bereikt volledig herstel op de lange termijn.
ocs wordt in de klinische praktijk behandeld als een angststoornis. ocs-patiënten rapporteren dan ook vaak angstklachten. Die angst is echter een gevolg van (vaak vreemde) obsessieve denkbeelden, waarvan de patiënt niet 100% zeker weet dat het slechts om denkbeelden gaat, in plaats van om realiteit. Hij is er evenmin zeker van dat zijn denkbeeld juist is; met andere woorden: hij twijfelt. Opmerkelijk is dat de ocs-patiënt zijn beangstigende denkbeeld zelfs niet verwerpt als hij kan zien dat het onzin is. In dat opzicht kan er van een haperende realiteitstoetsing gesproken worden, zonder dat er sprake is van echte waandenkbeelden.
Een nieuw cognitief psychologisch model, de Inference Based Approach (iba) beschouwt obsessieve denkbeelden als een gevolgtrekking. Behandeling spitst zich toe op het redeneerproces dat aan dergelijke gevolgtrekkingen voorafgaat. Patiënten leren onderscheiden wanneer zij de realiteit uit het oog verliezen, en hoe zij hun oordeelsvorming meer op de zintuiglijk waarneembare realiteit kunnen baseren. iba-behandeling blijkt effectief te zijn (O'Connor e.a. 2005), empirische data suggereren de juistheid van het theoretische model (Aardema e.a. 2006).
Het behandelmodel en de empirische bewijsvoering ervoor zullen gepresenteerd worden. Er zal bovendien een korte schets gegeven worden van de opzet van een pilotstudie naar de effectiviteit van iba die momenteel in Nederland uitgevoerd wordt.